Borstkanker
Borstkanker is een kwaadaardige tumor die in de borst ontstaat. Bij een kwaadaardige (maligne) tumor heeft het lichaam de celdeling niet meer onder controle, waardoor deze doorgroeit. Een kwaadaardige tumor kan omliggende weefsels en organen opzij drukken en kan er in binnen groeien. Bovendien kunnen cellen van een kwaadaardige tumor losraken. Die kankercellen kunnen via het bloed en/of de lymfebanen ergens anders in het lichaam terechtkomen en daar uitgroeien tot tumoren (uitzaaiingen).
Bij borstkanker kunnen de borsten er anders uitzien of anders aanvoelen dan normaal. Soms is een knobbeltje te voelen, maar dat hoeft zeker niet altijd.
Borstkanker komt meestal bij vrouwen voor maar ook mannen kunnen borstkanker krijgen.
Hoe ontstaat het?
De meest voorkomende verandering in de borst is een knobbeltje. Dit is een verdikking die anders aanvoelt dan normaal. Knobbeltjes kunnen heel verschillend aanvoelen. Vaak is het een plekje in de borst dat iets stugger of harder is dan de rest van het weefsel. Soms is het kogelrond en glijdt het onder de vingers weg als een knikker. Het kan ook voelen als een verdikte schijf of een strengetje achter de tepel. Meestal doen dergelijke knobbeltjes geen pijn.
Daarnaast kunnen er andere veranderingen in de borst zijn, zoals:
- Deukjes of kuiltjes in de huid.
- Tepelintrekking.
- Een verandering van de tepel zoals roodheid, schilfertjes of een plekje dat op eczeem lijkt.
- Bruin of bloederig vocht uit de tepel.
- Warme en rode verkleurde huid van de borst;
- Niet genezend wondje van de huid.
Het ontstaan van een knobbeltje
Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden bouwstenen: de cellen.
Voortdurend maakt ons lichaam nieuwe cellen, om te groeien en om beschadigde en verouderde cellen te vervangen. Nieuwe cellen ontstaan door celdeling. Bij de celdeling ontstaan uit één cel twee nieuwe cellen, uit deze twee cellen ontstaan er vier, dan acht etc. Echter soms blijven cellen zich zonder reden delen. Door deze ongeremde celgroei komen er meer cellen bij dan er afsterven en zo ontstaat er een gezwel, of te wel een knobbeltje.
Goedaardige en kwaadaardige gezwellen
Een tumor is een ander woord voor gezwel. Er zijn goedaardige (benigne) en kwaadaardige (maligne) tumoren. Alleen bij kwaadaardige tumoren is er sprake van kanker.
- Goedaardige tumoren
Een goedaardige (benigne) tumor groeit niet door andere weefsels heen en verspreid zich niet door het lichaam. Voorbeelden van een goedaardige tumor in de borst zijn bindweefsel(fibroadenomen) en vetknobbeltjes (lipomen) en een cyste (holte gevuld met vocht). Mastopathie is een aandoening waarbij verschillende goedaardige afwijkingen van het borstklierweefsel tegelijk voorkomen, meestal in beide borsten. De borsten voelen dan stevig aan en kunnen heel pijnlijk zijn. Veel vrouwen tussen de 30 en 60 jaar hebben last van mastopathie.
- Kwaadaardige tumoren
Bij een kwaadaardige (maligne) tumor heeft het lichaam de celdeling niet meer onder controle, waardoor deze doorgroeit. Een kwaadaardige tumor kan omliggende weefsels en organen opzij drukken en kan er in binnen groeien. Bovendien kunnen cellen van een kwaadaardige tumor losraken. Die kankercellen kunnen ergens anders in het lichaam terechtkomen en ook daar uitgroeien tot tumoren (uitzaaiingen).
Lees meer informatie over wat borstkanker is en welke verschillende vormen er bestaan op kanker.nl
Naar de huisarts bij veranderingen in de borst
Het is verstandig om naar uw huisarts te gaan als u in uw borst een verandering ziet of voelt die niet afgenomen of verdwenen is na de menstruatie. In andere situaties doen vrouwen en mannen er altijd verstandig aan om met een voelbare of zichtbare verandering in of aan hun borst naar de huisarts te gaan. Vaak kan een bezoek aan uw huisarts al veel onrust wegnemen. Als het nodig is wordt u verwezen naar de mammapoli. Dat hoeft echter niet te betekenen dat er bij u sprake is van borstkanker! Het betekent dat de huisarts met zekerheid wil laten vaststellen waar het om gaat. Als u onzeker bent over de doorverwijzing, vraag de huisarts dan waarom u wordt doorverwezen.
U kunt zich voorbereiden op het bezoek bij de huisarts. Hieronder staan vragen die vaak aan de orde komen bij het bezoek aan de huisarts.
- Hoe lang het knobbeltje er zit.
- Op welk moment in de menstruatiecyclus u het gevoeld heeft.
- Of borstkanker in de familie voorkomt.
- Of de borst verandert in grootte of in kleur.
- Of er veranderingen zijn aan de tepel.
- Medicijngebruik.
Uw bezoek aan de mammapoli
Hieronder kunt u lezen hoe u zich zo goed mogelijk kunt voorbereiden op een eerste bezoek aan de mammapoli.
- Het is belangrijk dat u van tevoren geen zalf, bodylotion of talkpoeder gebruikt op uw borsten.
- Misschien is het prettig voor u om een naaste (of bekende) mee te nemen.
- Bent u nog niet ingeschreven als patiënt in het MCL? Neem dan een geldig identiteitsbewijs en pasje van uw zorgverzerkering mee.
- Neem een overzicht van de medicijnen die u gebruikt mee.
- Een mammografie kan soms pijnlijk zijn. Vaak is dit afhankelijk van een menstruele cyclus. We adviseren om ongeveer 30 minuten voor het onderzoek 2 x 500 mg paracetamol in te nemen.
- Als u het prettig vindt, kunt u een omslagdoek meenemen.
- U heeft tijdens het eerste bezoek een gesprek met een mammachirurg, verpleegkundig specialist of een arts-assistent. U kunt misschien alvast nadenken over de vragen die hij/zij gaat stellen:
- Hoe lang zit het knobbeltje er?
- Sinds wanneer hebt u een verandering opgemerkt aan de borst?
- Op welk moment in de menstruatiecyclus heeft u het gevoeld?
- Komt borstkanker in de familie voor?
- Heeft u in het verleden een borstoperatie ondergaan?
- Is de borst veranderd in grootte of in kleur?
- Zijn er veranderingen aan de tepel?
Vragen?
Als u van tevoren vragen heeft, kan het handig zijn deze op te schrijven en het briefje mee te nemen. Zo kunt u niets vergeten. Het is heel begrijpelijk als u vragen heeft waar u niet goed raad mee weet. Sommige vragen kunnen pas na de onderzoeken worden beantwoord. Het is goed deze met uw arts of verpleegkundig specialist of arts-assistent te bespreken. Ook mensen uit uw omgeving kunnen u beter tot steun zijn als ze weten wat er in u omgaat.
U kunt voor praktische vragen ook contact opnemen met de verpleegkundig consulent mammacare, (058) 286 6799, of met de spreekuurassistente: (058) 286 6660 (keuze 3).
Onderzoek
De onderzoeken kunnen op één dag plaatsvinden. Deze onderzoeken bestaan uit een lichamelijk onderzoek, een mammografie en/of echografie en een eventuele punctie. Dit kan vrij intensief zijn. Een bezoek aan de mammapoli duurt een dagdeel. Het kan ook emotioneel zwaar zijn, vooral als de uitslag niet goed is. We raden u daarom aan een bekende mee te nemen ter ondersteuning. Klik hier voor meer informatie over de onderzoeken.
Diagnose
Nadat u op de röntgen bent geweest komt u weer terug op de mammapoli op dezelfde ochtend of middag. De uitslag van de mammografie en of echografie is dan bekend bij de mammachirurg, verpleegkundig specialist of arts-assistent. Deze bespreekt met u de uitslag van de onderzoeken en de eventuele verdere onderzoeken en afspraken. Uiteraard kunt u ook vragen stellen tijdens dit gesprek. Meer informatie over de diagnose vindt u hier.
Behandeling
Veel mensen met borstkanker krijgen een combinatie van verschillende behandelmethoden. De keuze en de volgorde van de verschillende behandelingen is onder meer afhankelijk van de kenmerken van de tumor, het stadium van de ziekte, uw leeftijd, of u voor of na de overgang bent en natuurlijk ook eigen wensen. Welke behandelingen bij u tot de mogelijkheden behoren, zal de specialist uitgebreid met u bespreken. Wanneer u voldoende geïnformeerd bent, kunt u samen met uw behandelaar een keuze maken die het beste bij uw situatie past.
Uw zorgverlener zal u vragen PROM vragenlijsten in te vullen. PROM staat voor “Patiënt Reported Outcome Measures”. Deze vragenlijst bestaat uit 12 vragen. U en uw zorgverlener krijgen hiermee een goed inzicht in hoe het met u gaat voor, tijdens en in de periode na uw behandeling. Meer informatie over PROMs vindt u hier.
Reconstructie
Lees hier meer over de verschillende mogelijkheden tot reconstructie.
Nazorg
Na de behandeling blijft u tenminste 5 jaar onder controle bij de specialisten die u hebben behandeld. Het doel van de controle is om het behandelde gebied te controleren, bijwerkingen van de behandeling op te sporen en zo nodig te behandelen. Ook begeleiding is een belangrijk onderdeel van de controle. De PROM vragenlijsten helpen hierbij.
Voor uw controle bezoek krijgt u de PROM vragenlijst toegestuurd via MijnMCL. Het invullen en terugsturen van de vragen helpen u en uw zorgverlener om het gesprek voor te bereiden. Heeft u meer vragen, schrijf deze op en neem ze mee ter voorbereiding. Zo weet u zeker dat u alles bespreekt. Meer informatie over de nazorg vindt u hier.
Meer informatie over MijnMCL vindt u hier.
Late gevolgen van kanker
De beleving van kanker en het omgaan met de veranderingen, gevolgen en onzekerheden die de ziekte met zich meebrengt, is heel persoonlijk. Late gevolgen van de ziekte en de behandelingen kunnen zich soms pas na jaren uiten.
Het kan zijn dat niet alle informatie van toepassing is op uzelf. Wat voor de één een probleem is, speelt bij iemand anders helemaal niet. Een advies waar de één baat bij heeft, is voor de ander niet relevant. Volg daarom uw eigen gevoel en gebruik wat u kunt gebruiken. Niets móet. Wilt u meer weten over een bepaald onderwerp, dan kunnen de links u wellicht verder helpen.
Borstkanker komt veel voor en vooral bij vrouwen ( 1 op de 7 vrouwen krijgt ooit in haar leven borstkanker). In Nederland krijgt ongeveer 1 op de 100 mannen borstkanker. Veelal is de behandeling bij mannen een afgeleide van de behandeling bij vrouwen. Daardoor kunnen ook veel verschijnselen die vrouwen ervaren optreden bij mannen. Wanneer u een man bent en u herkent zich niet direct in deze informatie, kijk dan op www.mannenmetborstkanker.nl
Via onderstaande links vindt u informatie over diverse onderwerpen met betrekking tot de late gevolgen van borstkanker:
- Doel van de controle
- Voeding en herstel
- Lichaamsbeweging maakt fit
- Vermoeidheid na de behandeling van kanker
- Late gevolgen
- Pijn of gevoelsstoornissen
- Verzorging van het litteken
- Seksualiteit en intimiteit
- Veranderd zelfbeeld
- Psychische klachten
- Werkhervatting
- Tips voor de omgeving
- Ervaringsverhalen van patiënten
Jong en kanker: AYA-zorg in het MCL
AYA staat voor Adolescent and Young Adult: jongeren en jong volwassenen tussen 18 en 39 jaar die voor het eerst te horen krijgen dat ze kanker hebben. In het MCL hebben we extra aandacht voor AYA-zorg in alle fases van je ziekte. Meer informatie over de AYA-zorg in het MCL vind je op deze pagina.