Spring naar inhoud

Pijn of gevoelsstoornissen

Normaal gesproken is pijn een signaal dat er in het lichaam een bescha­diging dreigt, of aanwezig is. Bij aanhoudende pijn na de behandeling van kanker is van deze signaalfunctie echter geen sprake meer. Meestal ligt de oorzaak van de pijn in de werking van het zenuwstelsel of opgetreden veranderingen daarin. Vermoeidheid, slaapproblemen, angst, sombere gedachten, prikkelbaarheid of concentratiestoornissen kunnen pijn beïnvloeden. 

Hebt u pijn, bespreek dit dan altijd met uw behandelaar. Het is belangrijk om er iets aan te doen, want pijn is een belemmering in het dagelijks leven en vertraagt het psychische en lichamelijke herstel na de ziekte.

Daarnaast moet u zich ook realiseren dat u ook, net als ieder ander, gewoon buikpijn kunt krijgen of andere klachten. Pijn hoeft niet te betekenen dat de kanker terug is.

Soorten pijn of gevoelsstoornissen

Fantoomgevoel

Bij een operatie is weefsel weggenomen, zoals bij een borstamputatie. Het zenuwstelsel ziet echter geen kans zich zo snel aan te passen aan de nieuwe situatie en reageert alsof het lichaamsdeel nog aanwezig is. Dit heet fantoomgevoel. Het is een gek gevoel, maar meestal niet pijnlijk.  U kunt bijvoorbeeld jeuk voelen in de tepel die er niet meer zit.

Zenuwpijn

Het is vaak niet te vermijden dat door de operatie of de bestraling een zenuw beschadigd raakt. Hierdoor kan een ‘doof’ gebied ontstaan (anesthesie), dat toch overgevoelig is en bij aanraking pijnlijk (hyperesthesie). Bestraling kan ook gezonde huidcellen beschadigen of cellen van grote zenuwen, bijvoorbeeld naar de arm, die in het bestraalde gebied liggen. Hierdoor treedt littekenvorming op. In beide gevallen is er sprake van een soort zenuwpijn. Deze vorm van pijn kan gepaard gaan met functiebeperking, doordat iemand anders gaat bewegen. Voorbeelden hiervan zijn schouderproblemen door pijn na een okselklieroperatie en heupklachten door een ander looppatroon bij zenuwpijn in de voeten na chemotherapie. Het is belangrijk om een eventuele functiebeperking te onderkennen en te laten behandelen, bijvoorbeeld door een fysiotherapeut, die ervaring heeft met oncologische problematiek.

Pijn door littekens op de huid

Het masseren van het litteken en de huid daarom heen met een verzorgende crème, zoals vitamine E crème of Calendula crème helpt om de huid soepel te maken. Soms zit de huid zo strak op de onderlaag dat het  pijn doet en tot verminderde beweging leidt van de arm of schouder. Het kan dan helpen om het littekengebied te laten behandelen door een huidtherapeut of ( bij bewegingsbeperking) door  een gespecialiseerde fysiotherapeut.  U kunt onder leiding hiervan strek- en rekoefeningen doen.  Een (gespecialiseerde) fysiotherapeut kan een “fascie-techniek” toepassen. Dit is een duwende bindweefselmassage over een wat groter gebied, waardoor de onderlagen (weefsel onder de huid) losser komen te liggen.

Mocht er een kleine zenuw in de knel zitten in het litteken, dan is dit vaak goed te behandelen. Bespreek uw klachten tijdens de controle.

Ook is er een mogelijkheid om In een uiterste situatie kan een operatie door de plastisch chirurg verlichting geven. De plastisch chirurg kan een littekencorrectie doen of huid of weefsel (vet) vanaf een andere plaats (buik of heupen)  naar het littekenweefsel brengen om ruimte te creëren.    

Zenuwschade door chemotherapie: neuropathie

Bepaalde soorten chemotherapie kunnen zenuwen beschadigen in uw handen of voeten. Soms treedt spontaan herstel op, maar helaas is dit lang niet altijd zo.
Klachten die kunnen optreden zijn:

  • Prikkelingen of tintelingen
  • Doof gevoel
  • Veranderd gevoel, bijvoorbeeld alsof u op watten of kussentjes loopt
  • Pijn door aanraken
  • Pijn door temperatuurswisselingen
  • Brandende of stekende pijn
  • Evenwichtsstoornissen, vooral bij lopen op oneffen grond of in donker
  • Spierzwakte
  • Kramp in de spieren.

Dit vervelende gevoel vermindert vaak in de loop van maanden. Na een jaar echter zal het niet meer veranderen.

Bekende pijnstillers zoals paracetamol of ibuprofen helpen hiervoor vaak niet goed. Meestal worden andere middelen ingezet die een bewezen effect op zenuwpijn hebben, maar ook wel middelen die niets met het behandelen van pijn te maken lijken te hebben. Uw arts zal u uitleggen welk middel voor u geschikt is en de reden waarom u dit middel gedurende een langere tijd moet innemen om een goed effect op de pijn te krijgen. Als dit onvoldoende helpt kunt u verwezen worden naar het pijnteam.

Wat kunt u zelf doen bij zenuwschade?

  • Bespreek uw klachten met de arts
  • Zorg voor een goede nachtrust
  • Zorg voor voldoende beweging. Regelmatige beweging heeft een goed effect op de klachten
  • Kleed u warm aan, maar niet té warm. Draag sokken en handschoenen
  • Hoge temperaturen of slecht geventileerde schoenen geven vaak meer klachten
  • Draag goed passende schoenen
  • Massage kan de doorbloeding verbeteren en daardoor de pijn verlichten.

Wat kunt u zelf doen bij pijn

De mate van pijn of beleving van pijn is per mens verschillend. Alleen u weet hoe u zich voelt en hoe pijn u belemmert. Er zijn een aantal tips te geven om met pijn om te gaan:

  • Houd een paar dagen een (pijn-) dagboek bij. Wanneer trad de pijn op? Wat deed u toen? Waarin belemmerde de pijn?
    Door dit bij te houden geeft het u zelf inzicht in de pijn.  Hiermee kunt u ook uw arts beter informeren
  • Zoek afleiding
  • Zoek ontspanning, doe dingen die u leuk vind of doe ontspanningsoefeningen
  • Praat erover met een vertrouwd iemand of met uw (huis)arts of verpleegkundige. Hij of zij kan u doorverwijzen naar een pijnteam, een psycholoog of maatschappelijk werker om eigen mogelijkheden te ontdekken om uit het dal te komen
  • Neem medicijnen in volgens voorschrift. Wees niet bang voor een verslavend effect
  • Als u pijn voelt die u niet eerder hebt gehad en waar u ongerust over bent, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw (huis-) arts.