Diagnose

Gelukkig wordt bij de grootste groep patiënten geen borstkanker vastgesteld. Vaak gaat het om een goedaardige borstafwijking, bijvoorbeeld mastopathie. Het komt ook regelmatig voor dat er geen afwijkingen worden gezien. De mammachirurg, verpleegkundig specialist of de arts-assistent zal u hierover informeren en verwijst u vaak weer terug naar uw huisarts.

In sommige situaties kunt u bij een goedaardige borstafwijking een vervolgcontrole afspreken. De mammachirurg, verpleegkundig specialist of de arts-assistent zal u hierover informeren. De huisarts krijgt een brief met de uitkomsten van het onderzoek op de mammapoli.

Als vastgesteld is dat de er bij u sprake is van borstkanker, dan zal een behandeling noodzakelijk zijn. Voordat de mammachirurg, verpleegkundig specialist of de arts-assistent kunnen bepalen welke behandeling zij u kunnen voorstellen, moeten zij een beeld hebben van:

• De grootte van de tumor.
• De mate van doorgroei in het omliggende weefsel.
• De aanwezigheid van uitzaaiingen in de lymfklieren.

Lees meer informatie over de stadiumindeling bij borstkanker op kanker.nl

De behandeling van borstkanker kan op verschillende manieren. Te denken valt aan opereren, bestralen en/of medicijnbehandeling. Lees hierover meer bij behandeling.

Op de mammapoli wordt multidisciplinair gewerkt. Dat wil zeggen dat er nauw wordt samengewerkt met alle specialisten die te maken hebben met de behandeling van borstkanker. Twee keer per week wordt er een uitgebreid MultiDisciplinair Overleg gehouden (MDO). De volgende zorgverleners zijn hierbij aanwezig: oncologisch mammachirurg, plastisch chirurg, radiotherapeut-oncoloog (arts die over bestralingsbehandeling gaat), internist-oncoloog (arts die over medicijnbehandeling gaat), radioloog, patholoog (onderzoekt het afgenomen weefsel), nucleair geneeskundige, verpleegkundig specialist en verpleegkundig consulent. Tijdens het MDO worden de uitgevoerde onderzoeken gezamenlijk beoordeeld en een diagnose en behandelplan opgesteld en geëvalueerd. 

Het behandelplan dat tijdens het multidisciplinair overleg voor u wordt afgestemd, wordt altijd met u besproken. Samen met u kijken we wat passend is bij uw situatie. Uw huisarts ontvangt hier ook bericht van. De behandeling vindt plaats volgens regionale en landelijke richtlijnen en de nieuwste inzichten.

De meest toegepaste behandelingen bij borstkanker zijn:

• Operatie (chirurgie)
• Bestraling (radiotherapie)
• Medicijnen (chemotherapie, hormonale therapie en immunotherapie en ondersteunende medicijnen)

Veel mensen met borstkanker krijgen een combinatie van de genoemde behandelmethoden. De keuze en de volgorde van de verschillende behandelingen is onder meer afhankelijk van de kenmerken van de tumor, het stadium van de ziekte, uw leeftijd en of u voor of na de overgang bent. Ook uw eigen wensen en persoonlijke omstandigheden kunnen belangrijk zijn bij het maken van een keuze. Lees hierover meer bij behandeling.

Soms is aanvullend onderzoek nodig om de uitgebreidheid van de ziekte te bepalen, zoals het onderzoeken of er uitzaaiingen zijn buiten de borst of lymfklieren.

Dit gebeurt bij:

• Onduidelijkheid over de grootte of de uitbreiding van de tumor in de borst;
• Als er veel lymfklieruitzaaiingen zijn gevonden;
• Als de tumor groter is dan 5 cm;
• Bij uitgebreide vergrote lymfklieren in de oksel of boven het sleutelbeen;
• Bij een tumor die in de huid of in de borstwand is ingegroeid;
• Bij klachten die wijzen op uitzaaiingen elders in het lichaam.
  
  De volgende onderzoeken kunnen dan plaatsvinden:

• PET/CT-scan
• MRI-mammae
  Soms is een MRI van de borst nodig om de precieze uitbreiding van de tumor in de borst vast te stellen. Dit kan van belang zijn bij de keuze voor een borstsparende behandeling of een neo-adjuvante behandeling (een behandeling met medicijnen vóórdat er geopereerd wordt).
• Botscan (skeletscintigrafie)
  Een skeletscintigrafie is een onderzoek dat (eventuele) uitzaaiingen in de botten zichtbaar kan maken.
• Echografie van de lever
  Met behulp van een echografie kunnen eventuele uitzaaiingen in de lever in beeld worden gebracht.
• Röntgenonderzoek van de longen
  Met een thoraxfoto (röntgenfoto van de longen), kunnen eventuele uitzaaiingen in de longen zichtbaar worden gemaakt.