Spring naar inhoud

Het doel van de controle

Na de behandeling blijft u nog enige jaren onder controle van de specialist(en). Dit heeft vooral tot doel u te begeleiden, het behandelde gebied te controleren, bijwerkingen van de behandeling op te sporen en deze zo nodig te behandelen. Voor borstkanker of het voorstadium er van blijft u vijf jaar onder controle of tot uw 60e jaar. Bij familiaire belasting kan de controle langer zijn.

Als u voor controle komt, komen verschillende zaken aan de orde. Aarzelt u niet om ook zelf onderwerpen aan de orde te stellen. Het gaat er immers om te kijken hoe het met u gaat na de behandeling. Uw ervaringen zijn in het gesprek van belang. De kwaliteit van leven is voor u wellicht anders dan voor een ander. Gezamenlijke besluitvorming vinden we belangrijk. Schroom daarom niet om hulp te vragen. In ieder geval zal er bij de controle aandacht zijn voor de volgende zaken. Daarnaast is het handig om voorafgaand aan het gesprek uw vragen op papier te zetten. Zie voor voorbeeld vragen: www.b-bewust.nl

  • Ondersteuning en begeleiding Voor sommige patiënten is ondersteuning en begeleiding bij het verwer­kingsproces na de behandeling erg belangrijk. De diagnose kanker en de behandeling ervan zijn immers ingrijpend en er kan veel onzekerheid zijn over de toekomst. Soms is de begeleiding van andere hulpverleners dan de artsen of gespecialiseerde verpleegkundigen nodig, bijvoorbeeld door een psycholoog. Dit kan tijdens de controle worden besproken.
  • Bijwerkingen van de behandeling Er kunnen bijwerkingen van de behandeling optreden, zoals lymfoedeem, of bijwerkingen van medicijnen. Het opsporen en behandelen van deze bijwerkingen is nuttig, omdat hierdoor verslechtering van de algehele conditie kan worden voorkomen. Dit komt de kwaliteit van leven ten goede.
  • Opsporen van nieuwe tumorgroei Het is bij borstkanker zinvol om nieuwe tumorgroei in het litteken of in de omgevende lymfklieren vroeg op te sporen. Dit heeft de volgende reden. Als tumorcellen zich door het lichaam verspreiden, is de kans op genezing duidelijk kleiner. Volledige genezing is bij plaatselijke terugkeer meestal nog steeds mogelijk. In veel gevallen is een effectieve, plaatselijke behandeling mogelijk.  In het algemeen wordt uitgebreider onderzoek alleen gedaan wanneer er een specifieke reden is, bijvoorbeeld wanneer u klachten hebt.  

Wat houdt de controle in?

Tijdens de controles vragen uw behandelaars naar uw lichamelijk en psychisch welbevinden. Ook zal er meestal een lichamelijk onderzoek plaatsvinden met ook onderzoek van de lymfeklieren. Bij borstkanker wordt jaarlijks een mammografie gemaakt en wordt er geen bloed onderzocht.  Een echo wordt gemaakt wanneer de mammografie niet goed te beoordelen is.  Het hoeft niet te betekenen dat er ‘iets mis  is‘ wanneer een echo wordt gemaakt.  Een MRI wordt gemaakt als de mammografie onvoldoende te beoordelen is, als aanvulling op de mammografie.
Wanneer er klachten zijn, kunnen andere onderzoeken worden verricht.  Als het goed gaat zullen de controles steeds minder vaak nodig zijn. Ook de kans op terugkeer van de ziekte neemt na verloop van tijd verder af.

Door wie wordt u gecontroleerd?

De behandeling van kanker is meestal teamwork. De artsen die u hebben behandeld hebben onderling afgesproken wie u gaat controleren. Dit kunnen meerdere artsen zijn, zoals de chirurg of verpleegkundig specialist, de bestralingsarts, de internist-oncoloog.  Ook zal de verpleegkundig consulent controle afspraken met u hebben.

Klachten waarmee u naar de specialist of huisarts moet gaan

Een algemene stelregel is: klachten die u niet bekend voorkomen en die wat langer aanhouden, hebben meer aandacht nodig. Ook klachten die toenemen zijn van belang te melden. Naast nieuwe klachten zijn er ook klachten door bijwerkingen van de behandeling. U kunt hierbij denken aan functieproblemen als gevolg van de operatie of behandeling. Hierboven staan klachten genoemd zoals vochtophoping in de borst, arm of benen;  kortademigheid. Bij deze klachten is het verstandig een arts te raadplegen. Hij of zij  kan u eventueel doorverwijzen naar bijvoorbeeld een specialist, diëtist, fysiotherapeut, huidtherapeut. Als u pijn voelt die u niet eerder hebt gehad en u maakt zich daarover zorgen, aarzel dan niet om uw arts te raadplegen. 

Uiteraard kunnen er klachten optreden die helemaal niet in relatie staan tot uw eerdere ziekte. Juist daarom is het prettig deze met de huisarts of specialist te bespreken. Bij twijfel: neem contact op met uw (huis-) arts of verpleegkundig consulent.

Als de periode van controle voorbij is

Voor een aantal patiënten is het lastig wanneer de controles minder frequent worden of stoppen. Zij ervaren de controles als een geruststelling, ook al vormen de controles geen garantie dat de ziekte bij een eventuele terugkeer eerder wordt ontdekt. Andere patiënten zullen opgelucht zijn dat ze de gang naar het ziekenhuis niet meer (zo vaak) hoeven te maken. Vanuit het oogpunt van de behandeling voor kanker is het op een bepaald moment echter niet meer noodzakelijk om nog langer controles uit te voeren. In het algemeen blijft het mogelijk om – in overleg met uw huis­arts – alsnog een controle aan te vragen als er nieuwe klachten optreden. Het kan zijn dat u een advies krijgt voor verdere controles door uw huisarts. Voor patiënten met een familiaire of genetische (erfelijke) belasting gelden andere richtlijnen. Is dit bij u het geval, dan zal uw arts dit met u bespreken.