Spring naar inhoud

Psychische klachten

Het krijgen van kanker en de behandelingen en alles wat daarmee samenhangt is ingrijpend. De diagnose kanker klinkt bedreigend. Er zijn zoveel dingen waar u geen controle over heeft. Als de behandeling achter de rug is, komt u er vaak pas aan toe om alle ervaringen te gaan verwerken. Het kan zijn dat u eigenlijk helemaal niet blij bent dat alles achter de rug is en uw arts u vertelt dat het er goed uit ziet. U voelt zich misschien somber of snel geïrriteerd of angstig. U droomt misschien erg naar of wordt overvallen door nare herinneringen. U voelt zich gespannen of slaapt slecht en denkt terug aan alles wat er gebeurd is. Misschien bent u erg moe en hebt al moeite om de dagelijkse dingen voor elkaar te krijgen. Daarnaast hebt u misschien concentratieproblemen of geheugenproblemen.

Uw omgeving zegt dat u blij moet zijn omdat alles achter de rug is, maar u voelt zich niet blij. Angst, spanning, verdriet, onmacht, boosheid zijn normale reacties op een abnormale gebeurtenis, zoals het hebben van kanker. Uw toekomstperspectief verandert, uw lichaam ziet er anders uit, u voelt zich misschien door het lot onrechtvaardig behandeld, dat dit u is overkomen. U voelt zich onzeker over uw lichaam of schaamt zich omdat u er anders uitziet.  Al deze gevoelens zijn heel normaal. Ze horen bij de verwerking.

Als de verwerking goed verloopt, zult u merken dat alle gevoelens die hier boven staan beschreven na verloop van tijd minder heftig worden. U went weer aan uw lichaam, u droomt minder vaak, u pakt uw normale activiteiten weer op. Het is normaal om voor een controle afspraak gespannen te zijn. Meestal ebt de spanning snel weer weg als bij de controle alles weer goed blijkt te zijn.  Het kan helpen om voor de controle proberen ontspanning te zoeken, op tijd naar bed te gaan, te fietsen of te wandelen.

Wanneer er onverwacht iets gebeurt dat u raakt, neem dan de tijd om deze gebeurtenis te verwerken. U kunt stil staan bij uw gevoelens en bedenken dat dit ook weer voorbij zal gaan. Het helpt vaak om er over te spreken.

Wat kunt u zelf doen?

  • Het helpt om uw gevoelens te accepteren. Door het wegdrukken van gevoelens wordt de verwerking vertraagd. Wat nog aandacht vraagt, moet aandacht krijgen. Verzet hiertegen vergt alleen maar energie waardoor u vermoeidheid en  concentratieproblemen in stand kunt houden.
  • Proberen in het hier en het nu te leven. Ervaar uw gedachten, gevoelens en emoties als iets wat er mag zijn. Het komt en het gaat. Accepteer het zonder te oordelen.
  • Geniet ook van nieuwe ervaringen. Plezier geeft het leven weer een positieve betekenis en vergroot het vertrouwen in de toekomst.
  • Als u bang bent voor de heftigheid van uw gevoelens kunt u professionele hulp vragen.
  • Als u merkt dat uw gevoelens heftig blijven, ook na verloop van tijd, kunt u hulp vragen. U kunt denken aan gesprekken met een psycholoog, maatschappelijk werker of geestelijk verzorger. Creatieve therapie kan ook helpen, wanneer u het moeilijk vindt uw gevoelens onder woorden te brengen.
  • Door hulp te vragen bent u niet zwak. Praten met een onafhankelijk iemand, die niet emotioneel bij u betrokken is, kan rust geven in uw hoofd.

Concentratie en geheugenproblemen – ‘chemobrein’

Veel is nog niet duidelijk over de oorzaken van concentratie en geheugenproblemen. Niet iedereen heeft er last van, zo’n 40 % van de mensen die kanker hebben gehad. Soms wordt de term ‘chemobrein’ gebruikt, maar de klachten kunnen ook voorkomen zonder dat een patiënt chemotherapie heeft gehad. Het gaat bijvoorbeeld over problemen met denkwerk of het uitvoeren er van, vertraagd denken, moeite hebben met plannen en overzicht houden, moeite hebben met werken onder tijdsdruk of met meerdere dingen tegelijkertijd doen of moeilijker opnemen van nieuwe informatie.

Naast chemotherapie kan ook endocriene (anti-hormonale) therapie een oorzaak zijn. Net zoals vermoeidheid, slaapproblemen of gevoelens van angst of somberheid.

De meeste patiënten knappen de eerste paar jaar na de diagnose geleidelijk op, zeker als de vermoeidheid verbetert. Het gaat vaak in kleine stapjes. Bij een kleine minderheid van patiënten duurt het langer.

Wat kunt u zelf doen?

  • Neem regelmatig en voldoende rust en zorg voor voldoende slaap
  • Beweeg dagelijks, alle beweging is goed
  • Gebruik alcohol niet of met mate
  • Ga zo ontspannen mogelijk aan de slag met uw activiteit
  • Zorg voor een goede voorbereiding: orde, regelmaat, spullen op een vaste plaats, geen afleiding door radio, tv of telefoon
  • Begin met gemakkelijke taken en bouw dit op
  • Concentreer u op één taak tegelijk
  • Begin met een korte duur en bouw dit op
  • Vertel mensen uit uw omgeving waar u last van heeft, zodat ze reële verwachtingen hebben.

Beter onthouden

  • Onthoud ‘PRET’: pauzeren, rustige omgeving, één ding tegelijk, tempo aanpassen
  • Gebruik hulpmiddelen als lijstjes, post-it’s, notitieblok, agenda, foto’s, telefoon
  • Herhaal belangrijke dingen, gebruik ezelsbruggetjes, maak onderscheid tussen hoofd- en bijzaken
  • Vraag hulp.

Betere concentratie

  • Stel prioriteiten, doe één ding tegelijk
  • Stel haalbare doelen
  • Wissel inspanning en ontspanning af
  • Wees bedacht op fouten, let op details, formuleer deelstappen van uw taak, controleer uzelf achteraf
  • Doe actief mee aan een gesprek, stel vragen, geef uw mening. Hierdoor houdt u uw aandacht beter bij wat de ander vertelt

Beter omgaan met tijdsdruk

  • Zorg voor een realistische planning, ga er van uit dat alles langer duurt dan u verwacht. Plan reservetijd in
  • Ga na of er alternatieven zijn, zodat u niet onder tijdsdruk komt te staan
  • Ga na of u de taak / activiteit in stukjes op kunt delen
  • Kijk of u dingen kunt voorbereiden
  • Wees creatief met oplossingen wanneer bepaalde taken niet lukken
  • Maak vooraf een ‘noodplan’ voor als u toch onder tijdsdruk komt te staan.