Interventieradiologie
Binnen de interventieradiologie (IR) worden verschillende behandelingen uitgevoerd door een interventieradioloog. Deze behandelingen worden meestal via een klein prikgaatje in de huid uitgevoerd na lokale verdoving ('opereren zonder te snijden'). Hierbij worden verschillende beeldvormende technieken gebruikt zoals röntgendoorlichting, echografie, CT en MRI.
Behandelingen
-
Interventieradiologie biedt steeds meer mogelijkheden om een tumor in het lichaam lokaal te behandelen met zogenaamde oncologische behandelingen. De tumorcellen kunnen door verhitting of bevriezing worden vernietigd nadat speciale naalden zeer nauwkeurig zijn geplaatst in de tumor. Radiologische beeldvorming met behulp van röntgen, echografie, CT en MRI worden daarbij gebruikt om de tumor in kaart te brengen en zo minimaal invasief tumoren te behandelen om gezond weefsel rondom te sparen. De mogelijkheid wordt steeds vaker ingezet bij kleine tumoren, of als iemand vanwege gezondheidsrisico’s geen grote operatie kan ondergaan. Deze behandelingen zijn vaak effectief en resulteren in minder bijwerkingen en een sneller herstel.
-
Patiënten met vaatlijden kunnen vernauwingen (stenose) of verstoppingen (occlusie) of juist verwijdingen (aneurysma) ontwikkelen in de bloedvaten. Interventieradiologie behandeld deze vaatziekten direct via de bloedbaan (endovasculair) via een werkbuisje in de lies of arm. Met behulp van echografie en röntgenbeelden kan de vaatafwijking benaderd worden voor lokale behandeling. Zo kan een dotterbehandeling worden gedaan waarbij een ballon wordt opgeblazen ter plaatse van een vernauwing of verstopping. Soms moet daar ook een stent geplaatst worden om een bloedvat mooi open te houden of een aneurysma te behandelen. Deze ingrepen kunnen de bloedstroom verbeteren en symptomen verlichten.
-
Vrouwen met baarmoederfibromen kunnen klachten ontwikkelen van abnormaal veel bloedverlies tijdens de menstruatie, pijnklachten en frequent urineren. Interventieradiologie kan de bloedtoevoer naar de fibromen afsluiten met behulp van kleine partikeltjes die via een katheter meestal via de lies worden ingebracht en met de bloedstroom naar de fibromen worden gevoerd. De fibromen zullen zo afsterven en krimpen om de symptomen als hevige menstruatie of druk op de blaas te verminderen.
-
Klachten van veelvuldig tranen kunnen veroorzaakt worden door een verstopte traanweg, veelal na ontstekingen of infecties. De interventieradiologie kan met behulp van röntgenapparatuur een vernauwing of verstopping in de traanweg afbeelden en eventueel behandelen met een dotterprocedure, waarbij een ballonnetje wordt opgeblazen ter plaatse van deze obstructie. Soms moet er een tijdelijke stent worden geplaatst die na 2 tot 3 weken wordt verwijderd via de neus. Zo wordt de natuurlijke afvoer van tranen hersteld met een minimaal invasieve techniek.
-
Patiënten die hemodialyse ondergaan, kunnen vernauwingen of verstoppingen in de aangelegde shunts. Interventieradiologie kan deze behandelen via een werkbuisje in de bloedbaan. Zo wordt de bloedstroom door de shunt weer geoptimaliseerd ten behoeve van de hemodialyse. Ook kan er besloten worden tot het plaatsen van een tijdelijke dialysekatheter via de hals of lies die met behulp van echografie en röntgen worden geplaatst.
Bij peritoneaal dialyse, ook wel buikdialyse, wordt via het buikvlies (peritoneum) afvalstoffen uitgescheiden. Hiervoor is het nodig dat er een permanent slangetje (katheter) in de buik wordt aangebracht, zodat tijdens de dialyse tijdelijk spoelvloeistof (dialysaat) in de buikholte kan worden toegediend. Het permanente slangetje (peritoneaal catheter) wordt bij de interventie radiologie via de huid ingebracht in plaats van een operatie onder narcose met de bijbehorende risico’s. Het voordeel hiervan is dat er thuis gedialyseerd kan worden. -
Interventieradiologie kan bloedingen bijvoorbeeld na een trauma of bij ontstekingen behandelen door het afsluiten van aanvoerende bloedvaatjes. Dit gebeurd als er op CT scan een actieve bloeding zichtbaar is. De interventieradiologie kan van een werkbuisje vaak via de lies met katheters naar de betreffende bloedvaatjes om deze dicht te maken. Dit gebeurd meestal met coils of partikels. Zo kan interventieradiologie levensreddend zijn, zonder de noodzaak van een operatie.
-
Interventieradiologie kan infusen via de bovenarm plaatsen die langduring kunnen worden gebruikt . Dit wordt een PICC genoemd (perifeer ingebrachte centraal veneuze katheter). Deze catheters worden geplaatst als er langdurig medicatie via een infuus moet worden toegediend en zo hoeft er niet frequent een infuus te worden geprikt.
Specialisten - onze interventieradiologen
J.A. Dol, (interventie)radioloog
B.M. Doorenboos, (interventie)radioloog
J.M.F. van Wagenberg, (interventie)radioloog
T.W.F. Vink, (interventie)radioloog
Verhaal over interventiekamer
Nieuwe interventiekamer biedt meer mogelijkheden
Contactgegevens
- Radiologie MCL: (058) 286 3535
- mijnMCL