CT-scan
Een CT-scan laat een dwarsdoorsnede van uw lichaam als een soort 'plakje' zien.
Wat is een CT-scan?
De laborant maakt een CT-scan met een Computer Tomograaf (afgekort CT). Dit apparaat maakt met röntgenstralen en een computer verschillende foto's van uw organen, botten en weefsels. De computer legt deze foto's op elkaar. Zo kan de radioloog de vorm, grootte, structuur en ligging van organen en van afwijkingen zien. De CT kan het hele lichaam in beeld brengen, maar vooral het hoofd, de borstkas en de buik worden vaak met een CT-scan onderzocht. De foto's van een CT-scan zijn nauwkeuriger dan gewone röntgenfoto's.
De Computer Tomograaf ziet eruit als een grote kast met in het midden een ronde opening. U ligt tijdens het onderzoek op een smalle tafel. Deze tafel schuift langzaam door de opening van de Computer Tomograaf. Van het onderzoek voelt u niets. Het inspuiten van het contrastmiddel kunt u wel voelen.
Hoe werkt een CT-scan?
In de onderzoeksruimte gaat u op uw rug op een smalle behandeltafel liggen. Tijdens het onderzoek schuift deze tafel langzaam door de opening van de CT-scanner. Een deel van uw lichaam ligt dus korte tijd in de opening van de scanner. Dat klinkt misschien wat benauwend, maar in de praktijk valt het meestal mee. Voor opnames van het hoofd ligt alleen uw hoofd in de opening. Gaat het om de borstkas, dan wordt u tot uw borstkas in de opening geschoven. De laborant bedient het apparaat vanuit een aangrenzende ruimte. Via een luidspreker kunt u contact hebben met haar.
In de kast om de opening heen zit een bron die röntgenstralen uitzendt. Deze bron draait om uw lichaam. De röntgenstralen worden verwerkt door een computer. Op het beeldscherm van de computer verschijnen dan dwarsdoorsneden van uw lichaam.
De dwarsdoorsneden worden van het hele gebied gemaakt. Het hele onderzoeksgebied wordt in één beweging gescand. Soms worden er meerdere series gemaakt.
Bij een CT-scan van de organen, de urinewegen en de bloedvaten heeft de radioloog contrastmiddel nodig. U krijgt het contrastmiddel toegediend via een injectie in de bloedbaan in uw arm. Dit is een gewone injectie, die heel even een warm gevoel geeft. Het kan ook zijn dat u een bekertje contrastvloeistof te drinken krijgt. Door het contrastmiddel is er verschil te zien tussen weefsels.
Na een CT-scan
Hebt u contrastvloeistof gekregen? Dan verdwijnt deze uit uw lichaam via de urine. Drink na het onderzoek extra veel. Dan raakt u de contrastvloeistof sneller kwijt.
De laborant kan de uitslag van de CT-scan niet direct aan u vertellen. De radioloog moet de foto's zorgvuldig bekijken en eventueel vergelijken met foto's van vorige onderzoeken. Hierna maakt de radioloog een verslag voor de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Deze arts neemt dan contact met u op en bespreekt de uitslag met u.
Risico's en complicaties bij een CT-scan
Een CT-scan gebeurt met röntgenstralen. Deze stralen kunnen gevaarlijk zijn voor een ongeboren kind. Als u zwanger bent of denkt dat te zijn, vertelt u dit dan voor het onderzoek aan de laborant.
Bij sommige CT-scans wordt contrastmiddel gebruikt. Er is een kleine kans dat u hier overgevoelig voor bent. Bent u overgevoelig voor bepaalde medicijnen? Of hebt u last van allergisch eczeem, hooikoorts of astma? Vertel dit dan voor de CT-scan aan de laborant.
Ook als u bij een eerder röntgenonderzoek overgevoelig bent geweest voor contrastmiddel, moet u dit vertellen.
Bron: gezondheidsteksten Stimulansz