Spring naar inhoud

Basisfertiliteitsonderzoek

Het belangrijkste deel van het eerste bezoek aan de arts vormt de anamnese. Dit vraaggesprek geeft veel informatie over uw voorgeschiedenis, medicijngebruik, eerdere zwangerschappen, familiegeschiedenis, etcetera. Door middel van de anamnese bepaalt de arts welke (vervolg)onderzoeken er nodig zijn. We vragen u om van tevoren een vragenlijst in te vullen. Op deze manier heeft de arts tijdens de anamnese de belangrijkste informatie al van u gekregen en kan er tijdens de anamnese worden ingegaan op eventuele bijzonderheden.

Volgende

Echo onderzoek tijdens het vruchtbaarheidsonderzoek

Met een gynaecologische echo kan de vorm, grootte en ligging van de baarmoeder en eierstokken worden beoordeeld. De dikte van het baarmoederslijmvlies, de aanwezigheid van myomen (vleesbomen), poliepen en bijvoorbeeld cysten in de eierstokken kunnen zo worden onderzocht.

Inwendige echo

Er zijn twee typen gynaecologische echo, een vaginale (inwendige) echo en een echo via de buik (uitwendig). Omdat de vaginale echo een kwalitatief beter beeld geeft en dus meer gedetailleerde informatie geeft, is dit het onderzoek van eerste keus. Hierbij wordt een dunne echokop in de vagina gebracht. Een vaginale echo geeft het beste beeld bij een lege blaas. Het onderzoek is niet pijnlijk, maar is voor een deel van de vrouwen wel spannend.

U kunt zelf meekijken tijdens het onderzoek waarbij u uitleg krijgt over wat er in beeld komt. Het onderzoek duurt enkele minuten.

Volgende

Er zijn vele bloedonderzoeken die informatie geven over afwijkingen die invloed kunnen hebben op de kans om zwanger te worden. In het bloed bestaat bijvoorbeeld de mogelijkheid om te onderzoeken of u in het verleden een chlamydia infectie heeft doorgemaakt. Vrouwen die een chlamydia infectie hebben doorgemaakt, hebben meer kans op vruchtbaarheidsproblemen ten gevolge van afwijkingen aan de eileiders. Alle vrouwen die bij ons komen krijgen deze bloedtest om te onderzoeken of zij ooit een Chlamydia infectie hebben doorgemaakt.

Aan de hand van onder andere, uw medische voorgeschiedenis, regelmaat van de menstruatie cyclus en uw leeftijd spreekt uw arts af welke andere bloedonderzoeken eventueel extra informatie kunnen opleveren in uw persoonlijke situatie.

Volgende

Duidelijkheid over de kwaliteit van het sperma

Bij ongeveer 30% van de paren ligt de oorzaak voor het uitblijven van een zwangerschap bij de man en bij 20% van de gevallen liggen de oorzaken zowel bij de man als bij de vrouw. Stoornissen in de mannelijke vruchtbaarheid zijn meestal te herleiden tot onvoldoende productie van goed beweeglijke spermacellen Een semenanalyse kan uitsluitsel geven over de spermakwaliteit. We voeren de semenanalyse uit in ons laboratorium.

De semenanalyse hoort  bij het basisfertiliteitonderzoek. U brengt een spermamonster naar ons laboratorium  (binnen 2 uur na verkrijging) waar het microscopisch wordt onderzocht. Het opgewerkte ejaculaat (sperma) wordt daarbij in een speciale telkamer gebracht en onder de microscoop geanalyseerd. Tijdens het onderzoek bepalen we het volume van de zaadlozing, de hoeveelheid spermacellen en de beweeglijkheid van de spermacellen.

  • Volume van de zaadlozing: Normaal meer dan 1,5 milliliter.
  • Concentratie (spermacellen per milliliter vocht): Normaal zijn er meer dan 15 miljoen spermacellen per milliliter
  • Motiliteit (beweeglijkheid van de spermacellen):

Er wordt een onderverdeling gemaakt in een aantal klassen:

  1. Klasse A (snelle voorwaartse beweeglijkheid)
  2. Klasse B (langzame voorwaartse beweeglijkheid)
  3. Klasse C (ter plaatse beweeglijk)
  4. Klasse D (onbeweeglijk)

Normaal is meer dan 32% van de spermacellen goed beweeglijk (klasse A en/of B)

Voldoet de semenanalyse niet aan deze normen, dan kan er sprake zijn van een verminderde vruchtbaarheid. Een semenanalyse wordt meestal na een aantal weken herhaald indien deze afwijkend is.

Indien de semenanalyse bij herhaling afwijkend is, dan zullen we samen met u kijken wat het gepaste verdere beleid is.

Wat kan de oorzaak zijn van een verminderde spermakwaliteit?

Een stoornis in de rijping van de spermacellen kan tijdelijk zijn of blijvend ten gevolge van een aangeboren afwijking of doorgemaakte ziektes. De bekendste oorzaken zijn:

  • Ongezonde leefstijl (zoals roken, alcoholgebruik, overgewicht, medicatiegebruik, blootstelling van de zaadballen aan een verhoogde temperatuur)
  • Koorts in de 3 maanden voor de semenanalyse
  • Niet-ingedaalde testikel(s)
  • Geopereerde tumoren
  • Een verstoorde hormoonhuishouding
  • Genetische oorzaken (afwijking op de chromosomen)
  • Stress en milieuverontreiniging
Volgende

Hysterosalpingografie (HSG/baarmoederfoto)

Het HSG vindt plaats op de afdeling radiologie. Door middel van röntgenfoto’s worden de baarmoeder en de eileiders in beeld gebracht.

Het onderzoek verloopt als volgt: er wordt een speculum in de vagina ingebracht. Via een dunne catheter (slangetje) wordt contrastvloeistof in de baarmoeder gebracht. Deze vloeistof verspreidt zich via de baarmoeder naar de eileiders en zal vanuit de eileiders in de buikholte terecht komen. Deze vloeistof is zichtbaar op röntgenfoto’s. Bij een HSG worden de grootte en de vorm van de baarmoederholte, een eventuele blokkade van de eileiders in beeld gebracht dmv röntgenfoto’s.

Een HSG kan pijnlijk zijn. U wordt daarom aangeraden om van tevoren een pijnstiller in te nemen. Er wordt een half uur ingepland voor het onderzoek, meestal bent u echter veel sneller klaar.

Kijkoperatie

Diagnostische laparoscopie (kijkoperatie) is een direct visueel onderzoek van de inwendige buikorganen. Hierbij kan een groot oppervlakte van de lever en de galblaas, de milt, het peritoneum (het buikvlies), het kleine bekken met de inwendige geslachtsorganen, de dunne darm, de blinde darm en de dikke darm (het colon) goed worden bekeken. De operatie is alleen bedoeld voor onderzoek, niet voor therapie. Er wordt dus geen behandeling gedaan, er wordt alleen gekeken in de buik.

Het inbrengen van een buisje onder de navel en 1 of 2 overige buisjes voor de instrumenten, kan met behulp van de camera de gehele buikinhoud geïnspecteerd worden. De kijkbuis met de camera kan bijna in alle hoeken van de buikholte kijken. Nagenoeg alle buikorganen kunnen op deze wijze zeer goed bekeken worden. Bij een "gewone" operatie, zou een zeer grote snede nodig zijn, om alle hoeken van de buik goed te zien.

Het nadeel van de kijkoperatie is dat men de gevoeligheid van de vingers mist, om een gezwel of afwijking te beoordelen. Met het huidige instrumentarium voor een kijkoperatie, is het meestal toch mogelijk een goede indruk te krijgen. Over het algemeen is de diagnostische laparoscopie een relatief kleine ingreep, die in dagbehandeling kan worden verricht. De ingreep vindt plaats onder algehele narcose.

Onderzoeken