Orthoptie

Een orthoptist onderzoekt:

• de oogstand
• de samenwerking tussen de ogen
• de ontwikkeling van het zien

Zijn er afwijkingen? Dan stelt de orthoptist een behandeling voor, als dit mogelijk is.

De ontwikkeling van het zien vindt plaats in de eerste 6 á 7 levensjaren. Afwijkingen in de ontwikkeling van het zien ontstaan vaak in deze jaren. Maar problemen bij de samenwerking tussen de ogen kunnen op alle leeftijden en door verschillende oorzaken ontstaan.

De orthoptist onderzoekt en behandelt onder andere:

• Scheelzien

Scheelzien kan verschillende oorzaken hebben. De orthoptist onderzoekt dit en bepaalt welke behandeling het meest geschikt is. De behandeling kan bestaan uit het voorschrijven van een bril en soms uit oefeningen. Maar regelmatig is een operatie nodig. De orthoptist overlegt dan met de oogarts die de operatie doet.

• Een lui oog

Bij scheelzien of een verschil in brilsterkte tussen de ogen, wordt één van beide ogen niet of onvoldoende gebruikt. Daardoor ontwikkelt de gezichtsscherpte van dat oog zich niet goed. We noemen dit een lui oog. Een lui oog kan alleen verholpen worden als het op tijd wordt behandeld. Dit betekent soms al in het eerste levensjaar! De behandeling kan bestaan uit het afplakken van het goede oog en wordt vaak gecombineerd met het dragen van een bril.

• Dubbelzien

Dubbelzien kan ontstaan doordat één of meer oogspieren niet goed werken. Dit kan komen door bepaalde ziektes, zoals suikerziekte, problemen met de schildklier of na een hersenbloeding. De orthoptist onderzoekt welke oogspier of welke groep oogspieren niet goed werken. Deze informatie is belangrijk voor eventueel verder onderzoek of verdere verwijzing. Soms ontstaat dubbelzien doordat de ogen minder goed samenwerken. De orthoptist kan oefeningen of speciale brilcorrecties voorschrijven om te zorgen dat de patiënt zo weinig mogelijk last heeft van dubbelzien. Soms is een operatie aan de oogspieren nodig.

• Hoofdpijn/leesklachten

Hoofdpijn en/of leesklachten kunnen ontstaan doordat de ogen minder goed samenwerken. De orthoptist kan dit onderzoeken en behandelen. Vaak kunnen oefeningen, speciale brilcorrecties of operaties aan de oogspieren de klachten wegnemen.

Patiënten die bij de orthoptist komen, krijgen vaak een druppelonderzoek (skiascopie). Met dit onderzoek kan de orthoptist de juiste brilsterkte aanmeten.Kinderen en soms ook volwassenen kunnen sterk accommoderen. Accommoderen is scherp stellen om op verschillende afstanden goed te kunnen zien. Daardoor is het aanmeten van een bril moeilijk. Door het druppelen wordt de accommodatiespier even uitgeschakeld. Accommoderen kan dan niet meer. Zo kan de orthoptist een goede oogmeting doen en dus de juiste brilsterkte aanmeten. Houdt u er rekening mee dat u of uw kind door de oogdruppels wazig gaat zien. Dit kan 24 uur duren. Ook kan licht erg fel aan de ogen zijn. Wij raden daarom aan om voor u of uw kind een zonnebril en/of pet mee te nemen. Als u een druppelonderzoek hebt gehad mag u daarna niet zelf autorijden.

• Mevr. H. Boekhout-van ’t Schip (MCL en MCL Harlingen)
• Mevr. F. Bouma (MCL en MCL Harlingen)
• Mevr. S. van Oostveen-Miedema (MCL)

Zowel kinderen als volwassenen kunnen terecht op het spreekuur van de orthoptist. U kunt een afspraak maken via de polikliniek oogheelkunde