ICSI
De afkorting ICSI staat voor intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI) en is een speciale vorm van in-vitrofertilisatie (IVF). Bij een ICSI behandeling wordt in het laboratorium een zaadcel rechtstreeks in (het cytoplasma van) een eicel geïnjecteerd. Deze behandeling wordt wereldwijd al sinds 1992 succesvol toegepast. Indien de verminderde vruchtbaarheid veroorzaakt wordt door zaadcellen die niet in staat zijn de eicellen ‘spontaan’ te bevruchten, bestaat er een indicatie voor een ICSI-behandeling.
Wat zijn de redenen voor een ICSI-behandeling?
Een ICSI-behandeling kan worden toegepast als
- de vruchtbaarheid van de man dusdanig beperkt is dat zijn zaadcellen de eicellen niet zelfstandig kunnen bevruchten
- er geen bevruchting opgetreden is bij een IVF-behandeling
- er gebruik wordt gemaakt van zaadcellen die door TESE of PESA zijn verkregen, of ingevroren zaadcellen.
Hoe verloopt een ICSI-behandeling?
Net als bij een IVF-behandeling moeten ook bij een ICSI-behandeling meerdere eicellen gelijktijdig uitrijpen. De kans op succes neemt bij een ICSI-behandeling toe wanneer er meerdere eicellen tegelijkertijd uitrijpen. De uitrijping van meerdere eicellen wordt gestimuleerd door middel van een hormoonbehandeling bij de vrouw.
Zodra de eicellen rijp zijn, neemt de arts ze met een naald onder echogeleiding uit de eierstokken weg. Deze ingreep wordt follikelpunctie genoemd. Een follikelpunctie duurt over het algemeen slechts enkele minuten. Tijdens deze ingreep krijgt pijnstilling via een infuus. Door middel van deze pijnstilling is een follikelpunctie voor de meeste vrouwen goed te verdragen. Het vocht dat uit de eiblaasjes wordt weggezogen, bevat de eicellen. Dit wordt opgevangen in buisjes. Deze buisjes gaan in een warmhoudkoffer. Deze warmhoudkoffer wordt door de partner naar het laboratorium van het Isala Fertiliteitscentrum in Zwolle of het lab Voortplantingsgeneeskunde in het UMCG gebracht.
De afgifte van het spermamonster vindt plaats kort voor of na de follikelpunctie. Daarna wordt het monster in het laboratorium opgewerkt, zodat zo veel mogelijk zaadcellen van goede kwaliteit beschikbaar zijn voor de ICSI. Bevat het ejaculaat van de man geen zaadcellen, dan kan ook het materiaal van een teelbalbiopsie (TESE) of bijbalpunctie (PESA) worden gebruikt.
Een deskundige in het laboratorium injecteert onder de microscoop met een speciale naald een spermacel rechtstreeks in een eicel (ICSI). De dag na de ICSI is te zien hoeveel van de geïnjecteerde behandelde eicellen zijn bevrucht (voorkernstadium). De ontwikkeling van de bevruchte eicellen tot embryo's vindt plaats in een speciale broedstoof (maximaal 5 dagen).
Voor de plaatsing van een embryo in de baarmoeder gebruikt de arts een catheter (buisje) van zachte kunststof; de behandeling zelf duurt maar een paar minuten. Doorgaans wordt er één embryo in de baarmoeder geplaatst. Afhankelijk van de leeftijd en het aantal voorafgaande IVF/ICSI pogingen kan er soms gekozen worden om twee embryo’s te plaatsen. De embryo's kunnen zich nu in het baarmoederslijmvlies innestelen en zich daar verder ontwikkelen.
Na ongeveer 14 dagen kan een zwangerschapstest gedaan worden. Dan wordt duidelijk of de ingreep succesvol is geweest of moet worden herhaald.
Hoe groot is de kans op een geslaagde ICSI?
Bij een ICSI hangen de kansen op succes in belangrijke mate af van de leeftijd van de vrouw. Het zwangerschapspercentage is bij vrouwen van 30 jaar ongeveer 30-40% per embryotransfer, terwijl de kans op een zwangerschap voor vrouwen van 40 jaar of ouder ongeveer 10% is. Gemiddeld leidt hierdoor ongeveer een op de drie ICSI-behandelingen tot een zwangerschap.
Welke risico's zijn er bij een ICSI?
Een ICSI-behandeling brengt ongeveer dezelfde risico's met zich mee als een IVF-behandeling. Alle complicaties zijn zeldzaam, maar ze kunnen in individuele gevallen soms wel degelijk ernstig zijn. Zo kan de hormoonbehandeling soms bijwerkingen hebben, zoals moeheid, hoofdpijn, stemmingswisselingen en een opgeblazen gevoel. Het zogenoemde overstimulatiesyndroom is een bijwerking van een hormoonstimulatie die kan optreden nadat een follikelpunctie heeft plaatsgevonden. Daarbij kunnen bijvoorbeeld buikpijn, misselijkheid kortademigheid en/of gewichtstoename optreden.
Ten gevolge van een follikelpunctie kan er in zeldzame gevallen een (na)bloeding of infectie ontstaan. De arts die u behandelt, zal u uitgebreid informeren over de mogelijkheden en risico's van de behandeling, uitleg geven over het verloop ervan en de mogelijkheid van een meerlingzwangerschap bespreken.
De arts bespreekt de details met u tijdens het intakegesprek.
Worden de kosten van een ICSI-behandeling vergoed?
In Nederland valt de vergoeding van een IVF-ICSI behandeling binnen het basispakket. Vanuit het basispakket worden bij vrouwen tot de leeftijd van 43 jaar, 3 IVF-ICSI behandelingen vergoed. Een IVF-ICSI behandeling bestaat uit een hormoonstimulatie en een follikelpunctie en de terugplaatsing van alle embryo’s die ontstaan uit deze behandeling. Voor de verzekering telt de poging als er een follikelpunctie heeft plaatsgevonden (met of zonder terugplaatsing van embryo's).