Slokdarmkanker
Slokdarmkanker is een kwaadaardige tumor die in de slokdarm ontstaat.
Een tumor in de slokdarm kan op verschillende manieren groeien:
- via de wand van de slokdarm naar boven of naar beneden
- door de slokdarmwand heen naar de buitenkant van de slokdarm.
Een kwaadaardige tumor kan omliggende weefsels en organen opzij drukken en kan er in binnen groeien. Bovendien kunnen cellen van een kwaadaardige tumor losraken. Die kankercellen kunnen via het bloed en/of de lymfebanen ergens anders in het lichaam terechtkomen en daar uitgroeien tot tumoren (uitzaaiingen).
Er zijn verschillende soorten slokdarmkanker:
-
Adenocarcinoom; een adenocarcinoom kan ook ontstaan uit Barret-slijmvlies;
Barret-slijmvlies ontstaat onderin de slokdarm door teruglopend maagzuur. Als de zure maaginhoud regelmatig omhoog komt, kan de slokdarm op den duur ontstoken raken. Door langdurige ontsteking van het normale slokdarmweefsel verandert dit in Barrret-slijmvlies; - Plaveiselcelcarcinoom.
Voor meer informatie zie www.kanker.nl.
In Nederland krijgen jaarlijks 2500 mensen slokdarmkanker. De meeste patiënten zijn tussen de 60-80 jaar. De ziekte komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Symptomen
Slokdarmkanker geeft in het begin meestal geen klachten. Hierdoor wordt de ziekte bij veel mensen pas ontdekt op het moment dat een operatie niet meer mogelijk is. De klachten bij slokdarmkanker zijn:
- Moeite met slikken;
- Het gevoel dat het eten niet zakt maar blijft hangen in de slokdarm;
- Afvallen en verminderde eetlust;
- Vermoeidheid en duizeligheid door bloedarmoede, als gevolg van bloedverlies uit de tumor;
- Heesheid;
- De hik hebben;
Wanneer de huisarts denkt dat u slokdarmkanker heeft, wordt u doorverwezen naar de maag-, darm en leverarts in het MCL voor aanvullend onderzoek.
Onderzoeken
- Gastroscopie - Is een onderzoek waarbij de arts de binnenkant van de slokdarm en maag bekijkt. Ook kunnen hierbij kleine hapjes van het afwijkende weefsel worden weggenomen voor verder onderzoek. Een patholoog onderzoekt het afgenomen weefsel onder de microscoop.
- Bloedonderzoek - Als het onderzochte weefsel slokdarmkanker is, worden verdere onderzoeken gedaan.
- CT-scan
- PET-CT scan - Met behulp van radioactieve stof worden kankercellen in het rest van het lichaam opgespoord.
- Endo-echografie - De arts kan dan onderzoeken of de tumor in de slokdarm zit of dat de tumor door de slokdarmwand heen is gegroeid.
Diagnose
Als de uitslagen van de verschillende onderzoeken bekend zijn, worden deze besproken in een wekelijks overleg met verschillende gespecialiseerde artsen. Dit wordt ook wel het multidisciplinair overleg (MDO) genoemd. Het behandelvoorstel wat hier uit volgt wordt met u tijdens de eerst volgende afspraak op de polikliniek besproken door uw behandelend specialist.
Behandeling
Curatief (genezende behandeling)
U kunt alleen geopereerd worden als de tumor niet doorgegroeid is in de omliggende organen, alleen uitzaaiingen dicht in de buurt van de tumor zitten en als uw conditie goed genoeg is voor de operatie. De operatieve behandeling van slokdarmkanker een zeer complexe operatie De operatieve behandeling van slokdarmkanker een zeer complexe operatie
MIE
Zie de divi over 'slokdarmoperatie'.
Palliatieve behandeling
Als na onderzoek en overleg met alle betrokken artsen blijkt dat een operatieve verwijdering van de tumor niet meer mogelijk is, bespreekt uw arts de palliatieve behandeling met u. Het doel van deze behandeling is de klachten zo veel mogelijk te verminderen en te verzachten, maar kan de kanker niet genezen. Als na onderzoek en overleg met alle betrokken artsen blijkt dat een operatieve verwijdering van de tumor niet meer mogelijk is, bespreekt uw arts de palliatieve behandeling met u. Deze behandeling zal de klachten zo veel mogelijk verminderen en verzachten, maar kan de kanker niet genezen
De palliatieve behandeling van slokdarmkanker kan uit verschillende behandelingen bestaan. De meeste patiënten worden behandeld met bestralingen. Daarna kan vaak nog chemotherapie gegeven worden
Nazorg
Na ontslag uit het ziekenhuis zult u een aantal keer per jaar voor controle naar uw behandelend specialist gaan. Het doel is het verloop van uw ziekte en mogelijke klachten te vervolgen.