Heupdysplasie
De term heupdysplasie wordt gebruikt voor een stoornis in de ontwikkeling van het heupgewricht. Daarom wordt tegenwoordig de term Dysplastische heupontwikkeling (DHO) of Developmental Dysplasia of the Hip (DDH) Developmental Dysplasia of the Hip gebuikt. Als een slechte ontwikkeling van het heupgewricht niet op tijd wordt ontdekt kan het kind op al jong volwassen leeftijd klachten krijgen van pijn en slijtage van de heup.
Hoe ontstaat het?
De exacte oorzaak van heupdysplasie is niet duidelijk, wel is vrijwel zeker dat erfelijkheid een grote rol speelt. Het heupgewricht is rond de elfde week van de zwangerschap al volledig aangelegd. Dit bestaat dan vrijwel alleen nog uit kraakbeen en dat is heel week en kwetsbaar. Door een verkeerde ligging van de foetus wordt waarschijnlijk de heupkop uit de kom gedrukt en dit veroorzaakt instabiliteit van het heupgewricht.
Er is een aantal risicofactoren voor heupdysplasie bekend:
- Erfelijkheid
- Kinderen die in een stuitligging lagen
- Kinderen die weinig ruimte hebben in de baarmoeder (eerstgeborenen, vruchtwatertekort)
- Andere erfelijke aandoeningen zoals: klompvoetjes, een open ruggetje en een liesbreuk.
Daarnaast komt de aandoening twee tot driemaal vaker bij meisjes voor dan bij jongens en is het linker heupgewricht vaker aangedaan dan het rechter heupgewricht.
Symptomen
Het is belangrijk dat heupdysplasie vroegtijdig wordt opgemerkt. Direct na de geboorte en op het consultatiebureau worden baby’s altijd gecontroleerd op heupdysplasie. Soms valt het ouders zelf op dat er beenlengteverschil bestaat bij hun kind. Indien kinderen al lopen, kan waggelen of met één been trekken duiden op heupdysplasie.
Behandeling
Als uit onderzoek is gebleken dat er sprake is van heupdysplasie, dan zal meestal snel tot behandeling worden overgegaan. Deze behandeling bestaat uit het spreiden van de beentjes met behulp van een spreidmiddel.
- De Pavlik-bandage is geschikt voor kinderen tot de leeftijd van zes à zeven maanden, mits het kind niet te zwaar en/of te sterk is. De bandage bestaat uit katoenen banden versterkt met nylon, voorzien van enkel/voetmanchetjes van geperforeerde kunststof. Het rompgedeelte is een vest van vilt. Hieraan zitten bandjes met klittenbandsluitingen voor het instellen van de borstomvang en verstelbare haaksluitingen voor het instellen van de schouderbanden. De trekbanden worden onder de knie met een rondom aangelegde klittenbandsluiting vastgezet.
- De dr. Visser-spreidbeugel heeft een rugdeel van kunststof, waarvan een gedeelte is bekleed met zacht polyethyleenfoam. Hieraan is een buikband bevestigd die wordt gesloten met behulp van klittenband. Tussen het rugdeel en het dijbeenmanchet bevindt zich een kunststof scharniertje. De beentjes hebben daardoor een beperkte bewegingsvrijheid. Het rugdeel is in de breedte verstelbaar. De beugel is te gebruiken tot het kind gaat lopen.
- Een gipsbroek is een rondom aangelegd verband, meestal van gips of sneldrogend lichtgewicht kunststof dat ervoor zorgt dat de heupkop stevig op zijn plaats in de heupkom blijft. Dit verband wordt aangebracht vanaf de taille tot aan de enkels of de tenen, met een uitsparing in het kruis. Soms wordt er omwille van de stevigheid een stokje tussen de benen geplaatst.