Operatie
Bij vrouwen en mannen met borstkanker vindt vaak een operatie plaats. Een operatie is een plaatselijke behandeling van zowel de borst als de oksel.
Er bestaan voor de borst twee soorten operaties: borstsparende operatie of een borstamputatie
Voor de oksel zijn er drie mogelijkheden, die hieronder worden toegelicht:
- Een schildwachtklierprocedure
- Een TAD procedure
- Een volledige okselklieroperatie
De operaties worden in verschillende combinaties uitgevoerd. Vóór de operatie zal uw mammachirurg, verpleegkundig specialist mammacare of de arts-assistent met u bespreken welke behandelmogelijkheden er voor u zijn. Belangrijk: roken vergroot de kans op complicaties tijdens en na de operatie. Probeer daarom van te voren om te stoppen met roken.
Borstoperatie
Borstsparend
Een borstsparende operatie is een onderdeel van de borstsparende behandeling. Hierbij wordt alléén de tumor met omringend gezond weefsel verwijderd. Dit om er zo zeker mogelijk van te zijn dat er geen kwaadaardige cellen in de borst achterblijven. Bij de grootste groep vrouwen met borstkanker kan een borstsparende operatie worden uitgevoerd. Deze operatie wordt altijd gevolgd door bestraling. Wanneer een tumor of kwaadaardige afwijking niet te voelen is, wordt voor de operatie de precieze plaats bepaald door het inbrengen van een radioactief zaadje. Dit is een metalen staafje van ongeveer 5 millimeter dat een kleine, niet schadelijke hoeveelheid van radioactiefgemaakt jodium bevat.
Het inbrengen gebeurt op de afdeling radiologie met behulp van echografie of computergestuurde mammografie. Tijdens de operatie zorgt het zaadje ervoor dat de chirurg de plaats van de afwijking kan vinden. De afwijking en het zaadje worden uit de borst verwijderd en het weefsel wordt in het laboratorium onderzocht. Lees meer over een borstsparende operatie op kanker.nl
Borstamputatie
Bij een borstamputatie wordt het gehele borstklierweefsel (met vet- en bindweefsel), de huid en de tepel verwijderd. De onderliggende borstspieren blijven gespaard. Lees meer over een borstamputatie op kanker.nl
Vaststellen lymfeklieruitzaaiingen
Zowel bij een borstsparende behandeling als bij het verwijderen van de hele borst wordt onderzocht of er lymfeklieruitzaaiingen zijn. Het is van belang dit te weten omdat de kansen op overleving bij uitzaaiingen minder gunstig zijn. Wanneer er uitzaaiingen worden aangetoond heeft dit gevolgen voor het behandeladvies na de operatie. Het kan betekenen dat er een uitgebreidere behandeling wordt voorgesteld om de kans op genezing zo groot mogelijk te maken.
Er zijn drie manieren om lymfeklieronderzoek te doen bij een operatie:
- Een schildwachtklierprocedure
Voorafgaand aan de behandeling is vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn voor uitzaaiingen in de oksel. In dat geval wordt de schildwachtklierprocedure gedaan. Hierbij worden één of enkele lymfeklieren in de oksel weggehaald om in het laboratorium te onderzoeken. Als er bij dit onderzoek uitzaaiingen worden aangetoond, geeft het team een advies voor aanvullende bestraling op de oksel en/of medicijnbehandeling. In een enkel geval wordt in overleg met de patiënt besloten tot een volledige okselklieroperatie.
- Een TAD procedure
Tegenwoordig wordt er regelmatig chemotherapie voor de operatie gegeven. Eén reden om chemotherapie vóór de operatie te adviseren is als vooraf aan de behandeling een uitzaaiing in de oksel is vastgesteld. Chemotherapie kan de tumor in de borst en de uitzaaiingen in de lymfeklier verkleinen of vernietigen. Na de chemotherapie volgt de operatie. Hierbij worden één tot enkele lymfeklieren weggehaald. Eén of enkele lymfeklieren geven voldoende informatie over de aanwezigheid van uitzaaiingen in de lymfeklieren na de chemotherapie. Dit wordt de TAD-procedure genoemd. De afkorting staat voor Targeted Axillary Dissection. Targeted staat voor doelgericht; Axillary betekent oksel; Dissection is verwijdering.
Radioactief jodium zaadje
Bij de TAD-procedure wordt vóór de start van de chemotherapie in de klier met een uitzaaiing een radioactief jodium zaadje ingebracht (zie afbeelding hieronder). Dit is een klein metalen staafje van ongeveer 5 millimeter dat een kleine hoeveelheid, niet schadelijk radioactief Jodium bevat. Het zaadje kan ongeveer een half jaar actief blijven en dus ook blijven zitten tot en met de operatie. Het inbrengen van het radioactief jodium zaadje gebeurt op de afdeling radiologie met behulp van echografie. Met de operatie, die na afloop van de chemotherapie wordt gedaan, wordt de klier met het zaadje uit de oksel verwijderd in combinatie met de schildwachtklierprocedure (zie schildwachtklierprocedure). De klieren worden in het laboratorium onderzocht.Afhankelijk van het aantal lymfeklieren met een uitzaaiing vóór aanvang van de behandeling en het aantal lymfeklieren met een uitzaaiing na de operatie wordt bepaald of er aanvullende bestraling op de oksel en/of een volledige okselklieroperatie nodig is.
- Een volledige okselklieroperatie
Bij een volledige okselklieroperatie worden tussen de tien en twintig lymfeklieren verwijderd in de oksel. Het nadeel van een volledige okselklieroperatie is onder andere dat bij ongeveer 20% van de patiënten nadien vochtophoping in de arm ontstaat (lymfoedeem). Als er ook bestraling op de oksel plaats vindt, wordt de kans op het ontstaan van lymfoedeem groter. Meer informatie kunt u vinden in de folder Okselklieroperatie. Een okselklieroperatie wordt tegenwoordig gedaan wanneer er (na de chemotherapie) wordt ingeschat dat er nog teveel aangedane lymfeklieren aanwezig zijn. Alleen bestraling is dan onvoldoende.