Spring naar inhoud

Artrose

Artrose is een aandoening van het kraakbeen in gewrichten. De uiteinden van botten die scharnieren in een gewricht zijn bedekt met een laagje glad kraakbeen, zodat ze soepel kunnen bewegen. Het is normaal dat als je ouder wordt de dikte en samenstelling van het kraakbeen in een gewricht verandert. Bij artrose slijt het kraakbeen echter sneller dan normaal. Het gladde oppervlak wordt dun, brokkelig en uiteindelijk verdwijnt het kraakbeen helemaal. Er is meer wrijving tussen de botten en dat doet pijn. Ook kunnen ruwe uitsteeksels ontstaan op het bot. Er kan zich vocht ophopen in het gewricht en de omliggende weefsels – dit zorgt voor zwelling. De pijn en de zwelling maken bewegen moeilijk.

Hoe ontstaat het?

Meestal slijt de kraakbeen laag van een gewricht zonder duidelijke verklaring. Deze vorm van artrose komt het meest voor bij mensen van middelbare leeftijd of ouder. We spreken in dit geval van primaire artrose. Artrose kan echter ook versneld optreden als gevolg van een ontstekingsreactie van het gewricht, bijvoorbeeld bij reumatoïde artritis of bij een infectie van het schoudergewricht. Een dergelijke ontsteking kan het kraakbeen aantasten en leiden tot een secundaire artrose. Ook kan artrose secundair ontstaan door een mechanische beschadiging van het gewricht bijvoorbeeld na een botbreuk of na het (meerdere keren) uit de kom schieten van de schouder. Het kraakbeen kan dan rechtstreeks beschadigd raken, of kan versneld slijten door een andere manier van bewegen.

Klachten

Bij artrose in de schouder is de pijn voortdurend aanwezig of alleen als u de arm wilt bewegen. Bijkomende klachten kunnen zijn dat uw schouder ’s nachts pijn doet, dat uw schouder kraakt bij beweging en dat u uw arm niet meer zo goed kunt gebruiken.

De schouder bestaat eigenlijk uit twee gewrichten. In beide gewrichten kan artrose optreden.

  • Het grootste gewricht laat de bovenarm en de gewrichtskom van het schouderblad ten opzichte van elkaar bewegen. Dit gewricht heet het glenohumerale gewricht. Wanneer het glenohumerale gewricht is aangedaan, zit de pijn diep in de schouder.
  • Het andere gewricht bevindt zich aan de voorzijde tussen het uiteinde van het sleutelbeen en het bovenste gedeelte van het schouderblad. Dit gewricht wordt het acromioclaviculaire gewricht genoemd, of AC-gewricht.

Onderzoek

De orthopedisch chirurg kan artrose van het glenohumerale gewricht meestal vaststellen met behulp van de ziektegeschiedenis van de patiënt (anamnese), het lichamelijk onderzoek en de röntgenfoto’s.

In het geval van een verdenking op artrose in het AC gewricht is het aanvullend soms nog nodig een botscan te maken. Vaak heeft het maken van een MRI scan geen aanvullende waarde bij het stellen van de diagnose artrose.

Behandeling

Afhankelijk van het type, de plaats en de ernst van de artrose, zijn verschillende behandelingen mogelijk.

Fysiotherapie

Deze behandeling is er op gericht om spieren te versterken en de schouder zo beweeglijk mogelijk te houden.

Medicijnen

Pijnstillers en ontstekingsremmende medicijnen kunnen worden voorgeschreven om de zwelling, de ontsteking en de pijn te verminderen. Daarnaast bestaan er middelen waarvan het effect bij artrose wetenschappelijk gezien tot nu toe niet is bewezen, zoals glucosaminepille en injecties met hyaluronzuur. Overweegt u specifieke middelen te gaan gebruiken, overleg dit eerst met uw behandelend arts.

Injecties

Een injectie in het gewricht met corticosteroïden (ontstekingsremmende medicatie) in het glenohumerale gewricht kan gewoon op de polikliniek worden toegediend. Indien een injectie in het AC-gewricht wordt gegeven, gebeurt dit meestal onder röntgen- of echocontrole, zodat we zeker weten dat de medicatie in het gewricht terecht komt. Bij een (tijdelijk) goed resultaat kan een injectie na verloop van tijd nog eens herhaald worden.

Operatie

  • Bij ernstige artrose in het glenohumerale gewricht kan uiteindelijk worden gekozen voor het plaatsen van een schouderprothese. Natuurlijk wordt deze mogelijkheid pas overwogen als de andere behandelingen die hierboven zijn beschreven niet aanslaan. Het belangrijkste doel bij het plaatsen van een schouderprothese is vermindering van de pijn. Dit lukt in de meeste gevallen voor een belangrijk deel. Het is minder goed te voorspellen of u na de operatie de kracht en beweeglijkheid van de schouder weer helemaal terugkrijgt. Dit is vaak afhankelijk van de conditie van spieren, banden en pezen in de schouder voorafgaand aan de operatie. Er zijn verschillende soorten prothesen. De orthopedisch chirurg kan u hier verder over informeren.
  • Bij artrose in het AC-gewricht kan een stukje van het sleutelbeen worden verwijderd. Hiermee wordt dan eigenlijk dit gewricht weggenomen waardoor de pijn wegblijft.
Aandoeningen