Afgescheurde pezen in de schouder
De rotatorcuff is een groep van pezen die aanhecht op de kop van de bovenarm. De functie is het draaien en heffen van de arm. Ook zorgen deze spieren voor stabiliteit in het schoudergewricht. De pezen draaien onder het dak van de schouder (acromion) door, waar ze erg kwetsbaar zijn voor beschadiging. Een cuffscheur komt meestal voor boven de leeftijd van 40 jaar. Een scheur kan plotseling ontstaan en het gevolg zijn van een ongeval/blessure, of geleidelijk door slijtage van de pezen. Soms ontstaat een scheur door het uit de kom gaan van de schouder. Naarmate mensen ouder worden, is het normaal dat de rotatorcuffpezen scheuren door slijtage. Bij slechts een klein deel van de mensen zorgen deze slijtagescheuren voor pijn en zwakte, waardoor een behandeling nodig is.
Klachten
Wanneer de pezen van de rotatorcuff scheuren, doet het bewegen van de schouder pijn. U heeft minder kracht en kunt uw arm niet optillen. Dit is afhankelijk van de grootte van de scheur en het aantal gescheurde pezen. De pijn is ook vaak ‘s nachts aanwezig, en straalt uit naar de bovenarm.
Stellen van de diagnose
Naar aanleiding van de ziektegeschiedenis en het lichamelijk onderzoek kan reeds het vermoeden ontstaan dat er sprake is van een scheur van een of meerdere pezen in de schouder. Dit vermoeden kan vervolgens bevestigd worden met een echo- of MRI-onderzoek. Vooral het MRI-onderzoek kan veel informatie geven over de grootte van de scheur en de kwaliteit van het resterende peesweefsel.
Behandeling
Niet-chirurgisch
Heeft u een scheur in de rotatorcuff? Dan begint de orthopeed meestal met een conservatieve (niet-chirurgische) behandeling, vooral als u al langer klachten heeft. Bijvoorbeeld het slikken van pijnstillers en ontstekingsremmende medicijnen, eventueel in combinatie met fysiotherapie. Het doel hiervan is verminderen van de pijn en de schouder goed bewegelijk te houden. Als deze behandeling niet aanslaat, kan de orthopeed één of meerdere injecties met ontstekingsremmende medicatie (corticosteroïden) in de schouder geven om de ontsteking en de pijn te verminderen.
Chirurgisch
Als de klachten lang duren kan een operatie worden overwogen waarbij geprobeerd wordt de pees te herstellen. Ook bij acute klachten kan de orthopedisch chirurg adviseren direct over te gaan op een operatie en het conservatieve traject over te slaan. Het uiteindelijke doel van elke operatie is om de pijn te verlichten en de schouderfunctie te herstellen. Voorafgaand aan de operatie is helaas niet altijd goed te voorspellen in hoeverre de pees te repareren is. MRI-onderzoek geeft meestal een goede indicatie over de grootte van de scheur en de kwaliteit van het peesweefsel, maar tijdens de operatie wordt duidelijk of de pees goed gerepareerd kan worden.
Kleine scheuren kunnen meestal met een kijkoperatie worden gehecht. Dit gebeurt met botankers. Een anker ziet er uit als een klein titanium schroefje dat in het bot gedraaid wordt. Aan dit schroefje zit een sterk hechtdraad bevestigd, waarmee de pees gehecht kan worden. Deze ankers kunnen gemaakt zijn van metaal (titanium) of van oplosbaar materiaal.
Grote scheuren moeten vaak via een open operatie behandeld worden om de pees voldoende stevig te herstellen. Hierbij worden dezelfde ankers gebruikt. Bij de operatie wordt vaak wat bot weggehaald onder het schouderdak (acromion) om de herstelde pees extra ruimte te geven (en daarmee rust) om te kunnen genezen. De wondjes van de operatie worden gehecht. De hechtingen worden 2 weken na de operatie op de polikliniek of bij de huisarts verwijderd. De eerste dagen kunnen de wondjes nog flink nalekken; de eerste 24 uur heeft u daarom een absorberend verband op de schouder. Daarna mag u de wondjes met pleisters afdekken. Na 3-4 dagen mogen de wondjes nat worden.
Soms kan tijdens de operatie blijken dat de scheur zo groot is dat deze helemaal niet meer te repareren is. Toch kan het dan lukken om met een kleine operatie de pijn te verminderen en de functie te verbeteren. Tijdens de operatie wordt de pees dan gedeeltelijk gehecht en de bicepspees wordt doorgesneden. Het lukt dan meestal niet om de kracht te herstellen. Als de bicepspees wordt doorgesneden, trekt de pees naar beneden uit het gewricht. De spierbal in de bovenarm zakt dan ook mee. Dit is soms goed zichtbaar. Patiënten merken het echter weinig bij het bewegen en gebruiken van de arm.
Mocht deze laatstgenoemde kleine operatie toch niet tot een acceptabele situatie leiden, dan is de enige overgebleven optie om eventueel tijdens een tweede operatie een zogenaamde omgekeerde schouderprothese te plaatsen. Dit is een kunstgewricht bestaande uit een steel, een schouderkop en een schouderkom.
Pijnbestrijding
Om er voor te zorgen dat u na bovengenoemde schouderoperatie’s zo weinig mogelijk pijn heeft, krijgt u rondom de ingreep uitgebreide pijnbestrijding. Deze pijnbehandeling kan bestaan uit een zogenaamd regionaal block. Dit is een lang werkende verdoving van schouderzenuwen, die de anesthesioloog direct voor de operatie, eventueel onder echocontrole, toedient. Deze pijnbestrijding is effectief en werkt 12 tot 18 uur. Na het uitwerken hiervan is een andere vorm van pijnstilling nodig.
Nabehandeling
Het herstel na een operatie waarbij de rotatorcuff is gehecht duurt lang. De eerste 4 tot 6 weken na de operatie mag de peeshechting niet belast worden. De pees moet namelijk eerst aan het bot vastgroeien. Daarom draagt u deze periode dag en nacht een zogenaamde “shoulder immobilizer”. Dit is een soort mitella waarbij de hand gefixeerd zit op de buik. Onder begeleiding van de fysiotherapeut mag u deze periode zeer beperkt oefenen. Onder begeleiding van de fysiotherapeut mag u de arm uit de mitella halen en langs uw lichaam laten bungelen. Dit heet pendelen.
U mag de arm de eerste 6 weken niet zelf optillen. Na 6 weken volgt een lange periode van revalidatie onder begeleiding van de fysiotherapeut. Vanaf 12 weken treedt meestal een geleidelijk herstel op van kracht en functie. Gemiddeld kost het 4 tot 6 maanden voordat de schouder duidelijk beter is. De gehele herstelperiode duurt meestal een jaar.
Complicaties
Het risico op complicaties is gelukkig zeer laag voor deze operatie (kleiner dan 1 %). Complicaties die kunnen optreden zijn: infecties, nabloedingen en voorbijgaande zenuwirritatie. Daarnaast kan de schouder bij ongeveer 5% van de patiënten langere tijd pijnlijk en stijf blijven (frozen shoulder). Deze frozen shoulder gaat meestal vanzelf weer over.