Eerste Harthulp: de kracht van snelle diagnostiek
Inge en Anneke
Acute zaken sluiten we direct uit of tonen we aan.
Het lijkt rustig op de Eerste Harthulp (EHH) van het MCL. De eerste patiënten van de dag zijn al geweest en na behandeling weer ontslagen, opgenomen of verder verwezen naar de polikliniek. Eén patiënt wacht nog op aanvullend onderzoek. Maar schijn bedriegt, zeggen verpleegkundig specialist Inge van Gellekom en CCU-verpleegkundige Anneke Veenstra. “De telefoon staat niet stil en vooral na de spreekuren van huisartsen zien we een toename van nieuwe patiënten.”
Drie jaar geleden zette het MCL binnen het Hart- en Vaatcentrum de Eerste Harthulp (EHH) op. Het doel was om de kwaliteit van de zorg waar mogelijk te verbeteren en patiënten sneller te helpen door gerichte diagnostiek, zorg en service. Aan de voorbereiding ging zo’n anderhalf jaar aan bedrijfsplannen en afspraken met artsen, verpleegkundigen, ondersteunende diensten en bestuurders vooraf. Inmiddels staat er een geolied draaiende afdeling, bemand door een cardioloog, een physician assistant/verpleegkundig specialist, arts-assistenten, CCU-verpleegkundigen, medisch secretaresses, cardiologische echolaboranten en facilitaire medewerkers. De EHH is een gouden greep en kent louter winnaars. Vanaf de start sturen steeds meer huisartsen hun patiënten bij wie ze hartklachten vermoeden rechtstreeks door naar de EHH. Daar worden ze direct onderzocht en binnen enkele uren weten de patiënten dan waar ze aan toe zijn. Het merendeel van hen kan na het verblijf op de EHH naar huis waardoor onnodige opnames op de afdeling Cardiologie/CCU worden voorkomen. Inmiddels ontvangt de EHH maandelijks zo’n 140 patiënten, afkomstig uit heel Friesland.
Snelle diagnostiek
“Er zijn drie patiëntencategorieën die voor de EHH in aanmerking komen”, zegt Van Gellekom. “Mensen met pijn op de borst, mensen met hartritmestoornissen en mensen met kortademigheidsklachten. Voorwaarde voor opname op de EHH is dat de patiënten stabiel zijn. De gouden standaard is ’hemodynamisch stabiel’ dus met een goede bloeddruk, goed aanspreekbaar en met een goed zuurstofgehalte in het bloed. Niet stabiele patiënten gaan naar de Spoedeisende Hulp of direct door naar de Cardiac Care Unit (CCU)”.
Patiënten die de EHH bezoeken, lopen vaak al een paar dagen rond met pijn op de borst, zegt Veenstra. “Ze voelen zich niet lekker. Ze denken: hé, wat heb ik nou? Er zijn mensen met hartklachten in hun voorgeschiedenis die bang zijn dat het weer terug komt, die bellen dan met de huisarts. Bij twijfel kan de huisarts doorverwijzen naar de EHH.” De kracht van de EHH is snelle, gerichte diagnostiek, zegt Van Gellekom. “Acute zaken sluiten we direct uit of tonen we aan. Daar hebben we onze organisatie op afgestemd. Willen we aanvullend onderzoek zoals een echo van het hart, een CT-scan of een foto van hart en longen, dan wordt dat direct geregeld. Bij binnenkomst wordt de patiënt aangesloten aan de monitor om de vitale functies in de gaten te houden en volgt er bloedonderzoek. Bij mensen die verdacht worden van een dreigend hartinfarct, kunnen we uit bloedonderzoek snel opmaken of er sprake is van hartschade of niet. Maar als er geen afwijkende bloeduitslagen zijn, wil dat niet zeggen dat er geen afwijkingen aan de kransslagaders kunnen zijn. We luisteren dus ook naar het verhaal van de patiënt, bekijken zijn dossier en voeren zonodig aanvullend onderzoek uit. In korte tijd krijgen we wat we nodig hebben om een goede diagnose te stellen. Niet iedereen die hier weg gaat, krijgt het stempel dat het ook iets met het hart is geweest. Pijn op de borst kan ook veroorzaakt worden door longproblemen, buikklachten of spierpijn. Lang niet alles is gelijk ernstig. In die gevallen kunnen we goed doorverwijzen want de afstemming en samenwerking met de andere specialisten zoals radiologen, internisten, chirurgen, longartsen en met de IC en SEH is prima. Lijntjes zijn kort.”
"Lijntjes zijn kort"
Juiste zorg op juiste plaats
De meerwaarde van de EHH was volgens Veenstra bij de start al duidelijk. “De kwaliteit van de zorg voor de patiënt is verbeterd. Ook voor hun familie is het heel geruststellend om te weten dat ze op de goede plek zijn en, met al hun onzekerheid, niet te lang hoeven wachten. Testuitslagen zijn snel bekend en de patiënten krijgen in de meeste gevallen direct een diagnose waarmee ze verder kunnen. Dat vinden ze heel fijn. Het is een goed voorbeeld van ‘de juiste zorg op de juiste plaats’.” Ook huisartsen reageerden positief, zegt van Gellekom. “Bij twijfel over de klachten waren sommige huisartsen terughoudend omdat ze mensen niet nodeloos naar een spoedopvang of CCU wilden sturen. Maar de drempel is lager om die patiënten naar de EHH te verwijzen. Het is ook lastig om als huisarts bij een patiënt met vage klachten goed te kunnen zien of het om hartklachten gaat of niet. Bovendien beschikt niet elke huisarts over een apparaat om een hartfilmpje maken. Bij twijfel bellen ze nu rechtstreeks met de dienstdoend cardioloog.”
De Eerste Harthulp ontlast ook aantoonbaar de CCU en de spoedeisende hulp, zegt Van Gellekom. “Als een patiënt via het alarmnummer 112 door een ambulance is opgehaald, overlegt de ambulanceverpleegkundige onderweg al met de dienstdoend arts en brengen ze de patiënt ook rechtstreeks hier. Dan heeft de patiënt direct de zorg die nodig is. Het is zoveel praktischer en sneller voor de patiënten. Bovendien ligt er minder druk op de bedbezetting op de spoedeisende hulp en omdat het merendeel van de EHH-patiënten na behandeling weer naar huis kan, voorkomen we ook onnodige opname op de afdeling Cardiologie. Echt, de EHH kent louter winst. Voor alle betrokkenen.”
Meer lezen van MCL vertelt?
Bekijk meer verhalen over afdelingen, mensen, zorg, keuzes, meedoen en geluk op deze pagina.