Nucleaire geneeskunde

Het onderzoek wordt uitgevoerd door laboranten en de nucleair geneeskundigen van de afdeling. Tijdens het gehele onderzoek, ook bij het maken van de foto’s, blijven onze medewerkers bij u. Er wordt een kleine hoeveelheid licht-radioactieve stof in uw lichaam gebracht. De straling die de radioactieve stof uitzendt vanuit de lichaamsdelen of het orgaan waarin de stof is opgenomen, wordt geregistreerd met een gammacamera of PET-scan. Hierdoor ontstaat een beeld (scan). Deze scan kan de nucleair geneeskundige belangrijke informatie geven over het lichaam en het functioneren van bepaalde organen.
De nucleair geneeskundige beoordeelt het onderzoek en stuurt de uitslag van het onderzoek zo snel mogelijk naar de (aanvragend) behandelend specialist. U krijgt de uitslag te horen van uw eigen arts.

Voor de meeste onderzoeken op de afdeling Nucleaire Geneeskunde krijgt u een radioactieve stof toegediend. De tijd dat deze stoffen straling uitzenden is meestal kort. Voor de meest gebruikte radioactieve stof geldt dat na 6 uur nog maar de helft van de radioactiviteit overgebleven is. Weer 6 uur later is een kwart over (de helft van de helft) etc. Zo neemt de door de radioactieve stof uitgezonden straling vanzelf af. Daarnaast verdwijnt de toegediende radioactieve stof vanzelf weer binnen een tot enkele dagen uit het lichaam via urine en/of ontlasting.

Radioactieve stoffen en hun straling komen spontaan in de natuur voor: in de bodem, in de lucht en als kosmische straling die uit de ruimte komt. Ook zijn kleine hoeveelheden aanwezig in ons voedsel, in de muren van onze huizen en in onze eigen lichaamsweefsels. Een grote hoeveelheid straling kan voor mensen en dieren schadelijke gevolgen hebben. De hoeveelheden radioactiviteit en daarmee de hoeveelheid straling die gebruikt wordt voor de onderzoeken op deze afdeling is zodanig gering dat de kans op schadelijke gevolgen vrijwel uitgesloten is.

Zwangerschap
Van de bij onze onderzoeken gebruikte hoeveelheid radioactiviteit zijn geen schadelijke effecten te verwachten bij volwassenen. Voor het ongeboren kind ligt dit anders. De foetus is gevoeliger voor straling dan een volwassene. De gevoeligste periode is het eerste trimester van de zwangerschap. Bij een zwangere patiënte moet dan ook sterk overwogen worden het nucleair geneeskundig onderzoek uit te stellen tot na de bevalling. Het is dus van het grootste belang te melden of u (misschien) in verwachting bent!

Borstvoeding
Sommige van de door ons gebruikte radioactieve stoffen worden (deels) uitgescheiden in de moedermelk. Om uw baby niet bloot te stellen aan onnodige straling kan het nodig zijn de melk een tijd af te kolven en weg te gooien. Deze periode verschilt per toegediende stof. U krijgt hierover advies van ons.

Kinderen
Kinderen zijn gevoeliger voor straling dan volwassenen. Om toch een nucleair geneeskundig onderzoek te kunnen doen passen we de dosis van de radioactieve stof aan. Bij baby’s en kleine kinderen kan een infuus nodig zijn om de  radioactieve stof toe te dienen. U gaat voor het inbrengen van het infuus naar de kinderarts. Dit gebeurt in overleg met ons secretariaat en de kinderafdeling.

De PET/CT is een combinatietoestel waarmee de (suiker-)stofwisseling en ook de anatomie van het lichaam in beeld worden gebracht. Wij voeren dit onderzoek uit voor patiënten uit alle Friese ziekenhuizen. U krijgt van tevoren informatie thuisgestuurd over hoe u zich moet voorbereiden op de PET/CT. Heeft u diabetes (suikerziekte)? Dan geldt voor u misschien een aangepaste voorbereiding. Wij bellen u dan enkele dagen voor het onderzoek op om dit te bespreken.