Biopsie
Om met zekerheid te kunnen vaststellen of een tumor goed- of kwaadaardig is, wil de specialist een stukje van de tumor nader laten onderzoeken. Tijdens een laryngoscoop neemt hij dan met een tangetje een stukje van het weefsel weg dat er afwijkend uitziet. Dit noemt men een biopsie.
Dit onderzoek kan vervelend zijn. Soms doet de arts de biopsie onder plaatselijke verdoving met behulp van een spray of injectie. Soms gebeurt de biopsie onder narcose, bijvoorbeeld omdat het verdachte plekje te diep in de keel ligt. Dit heet een kijkoperatie. Tijdens dezelfde narcose kan de tumor goed worden beoordeeld. Ook kijkt de arts naar andere slijmvliezen van de bovenste lucht- en voedselwegen. De patholoog onderzoekt het verkregen weefsel onder de microscoop. Daarmee is de definitieve diagnose te stellen.
Na de diagnose kanker van de mond of keelholte is vaak nader onderzoek nodig. Het doel daarvan is om vast te stellen hoe ver de tumor zich heeft uitgebreid en of er uitzaaiingen zijn. Aan de hand hiervan kan uw arts bepalen welke behandeling het meest geschikt is.
Dit kunnen de volgende onderzoeken zijn:
- OPG (orthopantomogram)
- CT-scan (computertomografie)
- MRI (Magnetic Resonance Imaging)
- X-thorax (longfoto)
- PET-scan (Positron Emissie Tomografie)
- Echografie
- Onderzoek onder narcose (kijkoperatie)