Kaakbreuken
Het hoofd als uitstekend lichaamsdeel staat van alle delen van het menselijk lichaam het meest vaakste aan letsels bloot. Verkeersongevallen vormen de belangrijkste oorzaak van aangezichtsletsels. Ook geweldsdelicten vormen een belangrijke oorzaak. Daarnaast zijn bedrijfsongevallen, sport- en vrijetijdsongevallen belangrijke oorzaken. Bij aangezichtsletsels kan er sprake zijn van verwondingen van de huid of slijmvliezen, breuken van de botten van het aangezicht en/of tandletsel.
Tot het werkterrein van de kaakchirurg worden over het algemeen alle botbreuken van het aangezicht gerekend met uitzondering van de neus. Door de kaakchirurg worden dus de breuken van onder- en bovenkaak behandeld maar ook breuken van het jukbeen en jukboog, de oogkas en de schedel. Bij het vermoeden op een breuk wordt naast lichamelijk onderzoek vaak gebruik gemaakt van röntgenfoto's of een scan. Bij de behandeling wordt altijd gestreefd naar het weer vastgroeien van het bot in de juiste stand. Daar komt nog bij dat ook de tandbogen van onder- en bovenkaak exact op elkaar moeten passen.
Bij de behandeling bestaat onderscheid tussen
- conservatieve behandeling met oefentherapie of gebitsspalken, en
- operatieve behandeling waarbij de breukdelen worden gezet en aan elkaar bevestigd met kleine titanium plaatjes en schroefjes. Welke behandeling wordt gekozen is onder andere afhankelijk van de plaats van de breuk en de mate van verplaatsing van de botdelen.
Bij de operatieve behandeling van kaakfracturen is het vaak nodig de onder- en bovenkaak tijdelijk aan elkaar vast te maken met staaldraadjes. In de meeste gevallen kunnen aan het einde van de operatie deze staaldraadjes weer worden losgeknipt zodat de mond na de operatie weer open kan.
Een enkele keer is het nodig om de onder- en bovenkaak gedurende vier tot zes weken met elastieken aan elkaar te bevestigen. Bij kaakfracturen verloopt de operatie meestal volledig via de mond, zodat geen littekens aan de buitenkant van de mond ontstaan.
Bij breuken van jukbeen, jukboog, oogkas of schedel zullen vaak wel snedes in de huid noodzakelijk zijn. Dit zal zo onopvallend mogelijk in de huidplooien worden gedaan. Zo mogelijk wordt dit van tevoren besproken.
Na de behandeling
Bij een breuk is het belangrijk dat de botdelen onbelast weer kunnen vastgroeien. Bij breuken van de kaak mag u daarom de eerste vier tot zes weken niet echt kauwen. Het eten moet vloeibaar tot zacht zijn. De bereiding van vloeibaar voedsel kost extra tijd en moeite. Dit geldt ook voor het nuttigen ervan. Het is daarom het beste wat vaker per dag te eten, zodat u per keer wat minder hoeft te eten. In principe kan alles worden gegeten, alleen niet op de gewone manier. Het voedsel kan worden fijngemalen met behulp van een keukenmachine, blender, staafmixer of zeef.
De meeste mensen hebben, wanneer is gekozen voor operatieve behandeling van een breuk, na de operatie nauwelijks last van pijn. Een beetje keelpijn komt voor. Na de operatie is het gezicht (soms erg) gezwollen. De zwelling wordt meestal na drie dagen snel minder. Meestal kunt u direct na de operatie uw mond al een klein beetje open doen. Wel zitten er soms een aantal elastiekjes tussen de boven- en onderkaak. De duur van de opname in het ziekenhuis varieert van één tot enkele dagen. Tijdens deze dagen worden er controlefoto's gemaakt. Zonodig zal met de mondhygiënist over de verzorging van de mond worden gesproken, een goede mondverzorging is na de operatie namelijk erg belangrijk. Hiermee wordt de genezing versneld.
Na ontslag uit het ziekenhuis vinden er nog een paar poliklinische controles plaats om te kijken hoe de genezing verloopt. Soms zitten er gedurende een aantal weken elastiekjes tussen de boven- en de onderkaak. U kunt leren om ze zelf in en uit te doen.
De plaatjes en schroefjes waarmee de botdelen tijdens de operatie zijn vastgezet, zijn van titanium en kunnen daarom zonder schadelijke gevolgen in het lichaam achterblijven. In bepaalde gevallen worden ze echter toch na ongeveer een half jaar onder plaatselijke verdoving of in dagbehandelingsnarcose verwijderd.