Hyper (hoge bloedsuikers)
Hyper is een afkorting van hyperglykemie. Een hyper is een sterke stijging van de bloedglucosewaarde, er is te veel glucose in je bloed.
Hoe herken je een hyper?
Signalen van een hyper zijn:
- veel plassen
- erge dorst
- droge tong
- vermoeid zijn
Als een hyper lang duurt, kun je flauwvallen of in coma raken. Probeer daarom op tijd een hyper te herkennen, zodat je maatregelen kunt treffen.
Hoe krijg je een hyper?
- te veel eten of drinken
- te weinig insuline inspuiten
- verkeerde insuline spuiten (kortwerkende en langwerkende verwisselen)
- een ander eetpatroon
- ziek zijn / ergens een ontsteking in het lichaam hebben
- een defecte insulinepomp
Probeer een hyper te voorkomen, door te achterhalen wat de oorzaak is.
Wat moet je doen als een hyper hebt?
Als je kortwerkende insuline gebruikt, geef een extra dosis kortwerkende insuline. Overleg met je zorgverlener hoeveel je bijspuit of bijbolust bij hoge waardes. Daar zijn schema’s voor.
Is je bloedglucosewaarde onder 15 mmol/l? Ga bewegen! Hierdoor daalt de glucose in je bloed. Ga niet bewegen als je bloedglucosewaarde boven 15 mmol/l zit, dan is er kans dat je bloedglucosewaarde stijgt. Water drinken voorkomt mogelijke uitdroging bij een hyper.
Ga je braken, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw verpleegkundig consulent diabetes of dokterswacht. Braken is bellen!
Je kan van je zorgverlener het advies krijgen om bij te spuiten met kortwerkende insuline (bijv. aspart/novorapid) volgens de 2-4-6 regel, totdat je een glucosewaarde onder de 15 hebt.
- 2 staat voor: elke 2 uur uw glucose meten en zo nodig bijspuiten met kortwerkende insuline.
- 4 staat voor: bij glucosewaarden tussen 15 – 20: 4 eh snelwerkende insuline bijspuiten.
- 6 staat voor: bij glucosewaarden boven 20: 6 eh snelwerkende insuline bijspuiten.
Wij voegen nog het volgende toe:
Waarden boven 25: 8 eh kortwerkende insuline.
Bron: Diabetes2
Bijspuiten met kortwerkende insuline:
2 uren na het spuiten van kortwerkende insuline bij een waarde 15 of hoger
- Waarde hoger dan 15= 4 EH
- Waarde hoger dan 20= 6 EH
- Waarde hoger dan 25= 8 EH
Om te voorkomen dat de glucosewaarde in de nacht te laag wordt, kunt u het volgende schema gebruiken:
Na 22 uur of in de nacht bijspuiten met kortwerkende insuline
2 uren na het spuiten van kortwerkende insuline bij een waarde 15 of hoger
- Waarde hoger dan 15= 2 EH
- Waarde hoger dan 20= 4 EH
- Waarde hoger dan 25= 6 EH
Voorkom een hyper
Controleer regelmatig je bloedglucosewaarde. Heb je vaak hypers, probeer te achterhalen hoe dat komt. Kun je ze voorkomen met een aanpassing in je voeding of medicatie? Een hoge waarde geeft niet altijd klachten, maar vergroot wel de kans op complicaties.
Bron: DVN
Bij aanhoudende lage waarden contact zoeken:
Tijdens kantooruren (8.30 uur – 16.30 uur, op werkdagen) met verpleegkundig consulent diabetes: (058) 286 6258
Buiten kantooruren contact zoeken met Dokterswacht Friesland: 0900 112 7 112
Pompentelefoon (na 17.00 uur, in het weekend en op feestdagen): (058) 286 6031
Voor mensen met een insulinepomp. Bij ontregeling van glucosewaarden (<4 en >15) en bij klachten die passen bij een ketoacidose zoals misselijkheid en braken.
Meer informatie
Voor mensen met een insulinepomp: bekijk voor meer informatie de folder 'Ontregeling bij insulinepomptherapie'.